Pijnlijke start strafzaak Oss: Stint-bazen noemen drama 'ook voor ons vreselijk' en ontkennen schuld

In dit artikel:

Na zeven jaar juridische vertraging is in Den Bosch de strafzaak begonnen rond het dodelijke spoorwegrampje in Oss: vier kinderen kwamen om het leven, een vijfde kind en de begeleider raakten zwaar gewond. Op de beklaagdenbank zitten de makers van de elektrische bolderkar Stint, Edwin Renzen en Peter Noorlander. Het Openbaar Ministerie stelt dat zij op de hoogte waren van technische gebreken maar toch de voertuigen bleven produceren en verkopen, waardoor veiligheid achter winst zou zijn geplaatst.

De ondernemers houden vol dat zij niet de schuldigen zijn en waarschuwen dat hun antwoorden zakelijk kunnen overkomen; zij zeggen al zeven jaar onterecht als schuldig te worden gezien. Nabestaanden luisteren terwijl technische details en aansprakelijkheidsdossiers worden besproken — iets wat de rechtbankvoorzitter omschreef als een beladen zitting. De zwaar getraumatiseerde begeleider volgt de behandeling via videoconnectie.

De zaak moet uitwijzen of de verdediging standhoudt of dat het OM kan bewijzen dat het ongeluk voorkomen had kunnen worden. Kritiek bestaat op de lange vertraging; de nabestaanden eisen duidelijkheid en volledige waarheidsvinding.