Pieter Omtzigt slaat de plank mis met uitspraken over koningshuis

In dit artikel:

Kamerlid Pieter Omtzigt van de Nieuw Sociaal Contract (NSC) heeft recentelijk een golf van discussie uitgelokt met zijn standpunten over ministeriële verantwoordelijkheid en de rol van het koningshuis in Nederland. Tijdens een interview met weekblad EW uitte Omtzigt zijn bezorgdheid over de betrokkenheid van prinses Laurentien bij de stichting (Gelijk)waardig Herstel, die zich richt op het ondersteunen van slachtoffers van het toeslagenschandaal. Hij bekritiseerde de budgettaire verantwoordelijkheid van premier Dick Schoof, die hij aanziet als problematisch wanneer deze is verbonden aan de activiteiten van een lid van de koninklijke familie.

Met duidelijke uitspraken deed Omtzigt een oproep tot beperking van de koninklijke rol tot strikt ceremoniële taken, na eerdere kritiek op koninginne Máxima voor haar publieke uitspraken over de digitale euro. Omtzigt merkte op dat het vorige kabinet 2 miljard euro toekende aan de stichting, maar stelde dat de verantwoordelijkheid voor eventuele budgetoverschrijdingen uiteindelijk bij premier Schoof ligt, ondanks dat hij daar geen controle over heeft.

De reacties op Omtzigt's opmerkingen zijn veelvuldig en variëren van steun, met name van Geert Wilders, tot kritische geluiden binnen de media over de juridische juistheid van zijn claim dat de premier aansprakelijk zou zijn. Experts wijzen erop dat de stichting een zelfstandige rechtspersoon is en dat de verantwoordelijkheid voor budgettaire beslissingen primair bij het ministerie van Financiën en het parlement ligt. Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans benadrukte dat Omtzigt's interpretatie van de ministeriële verantwoordelijkheid niet klopt en dat structurele veranderingen in de rol van het koningshuis door middel van een grondwetsherziening veel tijd kosten.