Pierre Audi (1957-2025), de operaregisseur en kosmopoliet die écht groot kon denken
In dit artikel:
Pierre Audi, geboren in 1957 in Beiroet, was dertig jaar lang de invloedrijke artistiek leider van De Nederlandse Opera (DNO). Hij begon zijn carrière daar in 1990 met Monteverdi’s Il ritorno d’Ulisse in patria, waarmee hij meteen zijn artistiek credo formuleerde: geen moderne actualisering of opgelegd concept, maar het blootleggen van de innerlijke emoties die in de muziek besloten liggen. Deze aanpak, gebaseerd op zijn leer bij theaterlegende Peter Brook, stelde Audi in staat om opera meer op ritueel en muzikaliteit te richten dan op theatraal acteerspel.
Zijn achtergrond was bijzonder: na de uitbraak van de Libanese burgeroorlog verhuisde zijn gezin naar Frankrijk en zette hij zijn studie geschiedenis voort in Oxford. Ondanks zijn gebrek aan ervaring met opera nam hij in 1988 de leiding van DNO over en trok de organisatie uit een periode van stagnatie. Onder zijn bewind zette hij in op artistieke vernieuwing door multidisciplinaire samenwerkingen, waarbij beeldende kunstenaars en theaterregisseurs werden verbonden met componisten en dirigenten. Audi opende de deuren van het operahuis voor uiteenlopende stijlen, zolang die trouw bleven aan de muziek zelf.
Hij voerde innovatieve concepten in, zoals het verplaatsen van het podium zodat het publiek rond de speelvloer zat en het gebruik van natuurlijke materialen en elementen in het decor, waarmee hij de intimiteit van opera versterkte zonder te vervallen in opsmuk. Zijn programma omvatte niet alleen klassieke werken, maar ook gedurfde premières en uitdagende stukken, waaronder Nederlandse premières van onder meer Peter Schat en Louis Andriessen. Audi’s regie van Wagners Ring-cyclus wordt vaak omschreven als ‘mythisch’ en onderstreept zijn ambitieuze visie.
Naast zijn werk bij DNO was hij actief bij het Holland Festival, initiatiefnemer van het Opera Forward Festival, en regisseerde hij ook internationaal. Na zijn vertrek bij DNO leidde hij een kosmopolitisch bestaan tussen Amsterdam, Aix-en-Provence, New York en andere wereldsteden. Hoewel hij zich had losgemaakt van Libanon vanwege het geweld daar, bleef hij verbonden met de rituelen van de Melkitische Grieks-Katholieke kerk, waar hij ook trouwde in Parijs, de stad waar hij nu is overleden en wordt begraven. Zijn nalatenschap is die van een vernieuwende, diepzinnige en moedige operaregisseur die de Nederlandse operascene transformeerde en internationaal op de kaart zette.