Peter Molthoff (101) overleden, een van de eerste gevangenen in Kamp Vught

In dit artikel:

Oud-verzetsman Peter Molthoff is op 12 augustus in Waalre overleden, op 101‑jarige leeftijd. Molthoff behoorde tijdens de Tweede Wereldoorlog tot de eerste gevangenen van kamp Vught en was een van de jonge verzetsmensen die persoonsbewijzen vervalsten en uitdeelden.

Als ambtenaar in Lichtenvoorde was hij aanvankelijk belast met de uitgifte van identiteitskaarten. Op 18‑jarige leeftijd sloot hij zich bij het verzet aan; in augustus 1942 werd hij gearresteerd vanwege betrokkenheid bij de diefstal van een voorraad persoonsbewijzen. Na enkele maanden in kamp Amersfoort werd hij begin 1943 naar het nog onvoltooide concentratiekamp Vught gedeporteerd, waar gevangenen gedwongen werden grachten te graven, prikkeldraad te spannen en barakken te bouwen. Hij herinnerde zich de honger, de uitputting en de noodzaak om onopvallend te blijven om te overleven.

In juni 1943 kreeg hij een tuchstraf en werd overgebracht naar een Duits tuchthuis, een straf die hij later zei zijn leven te hebben gered; in april 1945 werd hij door Amerikaanse troepen bevrijd. In totaal zat hij bijna drie jaar gevangen.

Na de oorlog hervatte Molthoff zijn werk bij gemeenten. In 1962 werd hij benoemd tot burgemeester van Vogelwaarde en anderhalf jaar later burgemeester van Hulst, een functie die hij meer dan twintig jaar vervulde. Tot op hoge leeftijd bleef hij betrokken bij Nationaal Monument Kamp Vught en de overdracht van herinnering en lessen aan jongeren. Hij zei eens: "De oorlog raak je nooit meer kwijt." Het herinneringscentrum omschrijft hem als betrouwbaar en bepalend voor de vorming van de plek zoals die nu is.