Per speedboot naar Europa: hoe strengere grensbewaking smokkel in de hand werkt
In dit artikel:
Europa’s strengere grensbeleid leidt tot creatievere smokkelmethodes: smokkelaars schakelen steeds vaker over op speedboten, waardoor kustwachten moeilijker kunnen ingrijpen. Deze snelle vaartuigen kunnen tot zo’n 120 km/u bereiken, zijn wendbaarder en steviger dan opblaasbare rubberboten of geïmproviseerde vaartuigen, en vormen daardoor een uitdaging voor patrouilles die ze moeilijk veilig kunnen achterhalen of stoppen.
Frontex meldt dat bijna de helft van de migranten tussen Libië en Italië dit jaar met speedboten reisde; ook op westelijke routes vanuit Marokko en Tunesië en op de verbinding tussen Turkije en Griekenland verschijnen meer speedbootjes. Europol heeft in juni een georganiseerd netwerk van Noord-Afrikaanse smokkelaars ontmanteld en vijftien speedboten in beslag genomen. Volgens die organisatie kost een overtocht van Algerije naar Spanje via speedboot ongeveer 7.000 euro — ruimschoots meer dan traditionele, langzamere boten. Het prijsverschil weerspiegelt zowel het risico als de grotere vraag naar snellere, moeilijk te onderscheppen overtochten.
De omschakeling naar speedboten heeft geleid tot een toename van illegale aankomsten via zee op bepaalde routes, stelt Frontex. Omdat zulke vaartuigen moeilijker te detecteren en te stoppen zijn, nemen ook de gevaren toe: hoge snelheden en achtervolgingen kunnen dodelijk zijn. Europol en onderzoeksinstituten benadrukken dat de smokkeloperaties professioneler en gestructureerder zijn geworden, met duidelijke rolverdeling binnen netwerken.
Het Mixed Migration Centre, verbonden aan de Deense Vluchtelingenraad, concludeert na duizenden interviews met migranten en honderden gesprekken met smokkelaars dat Europese restricties de smokkelmarkt onbedoeld hebben versterkt. Strengere bewaking en beperkende maatregelen vergroten de behoefte aan georganiseerde hulp, waardoor smokkelaars hogere tarieven kunnen vragen en hun methodes verfijnen. Het rapport verscheen vlak voor EU-lidstaten stemden over nieuwe, striktere migratiemaatregelen, waaronder afspraken over terugzendingen en het instellen van terugkeerhubs.
Europa’s leiders zetten meer in op grensbewaking en samenwerking met Noord-Afrikaanse landen; Commissievoorzitter Ursula von der Leyen kondigde honderden miljoenen euro’s aan voor grenscontrole en opvang in Noord-Afrika. Frontex-cijfers tonen dat het totaal aantal illegale zeeovertochten de afgelopen twee jaar is afgenomen, iets wat The Economist toeschrijft aan strikte bewaking en deals met Afrikaanse landen. Maar die daling geldt niet voor alle routes: de westelijke en centrale Middellandse Zee lieten geen daling zien, en Libië blijft als vertrekpunt groeien — met een stijging van ongeveer 50 procent ten opzichte van vorig jaar.
Critici wijzen op negatieve bijeffecten van het huidige beleid. Door afhankelijkheid van landen als Libië en Tunesië ontstaat een machtsbalans waarbij Europa politieke concessies doet, terwijl mensenrechtenschendingen bij grenscontrole en opvang minder scherp worden aangekaart. Ook waarschuwen experts dat het onderscheid tussen mensensmokkel en mensenhandel vloeibaar is; sommige netwerken verdienen niet alleen aan de overtocht, maar houden migranten vast en plegen geweld of afpersing.
Experts pleiten voor een andere aanpak: naast handhaving meer focus op de vraagkant door veilige, legale migratiepaden en informatiehubs langs routes, efficiënte asielprocedures aan EU-grenzen, bestrijding van corruptie en economische alternatieven in grensregio’s zodat smokkelinkomsten afnemen. Ondertussen lopen in Griekenland rechtszaken tegen hulpverleners, onder wie een Nederlander, die worden beschuldigd van mensensmokkel — een ontwikkeling die de complexiteit van het migratiedebat nog eens onderstreept.