Peilingfout EenVandaag: rampzalige Verian-methoden stuurden kiezers verkeerd de verkiezingen in
In dit artikel:
Maurice de Hond luidt de noodklok over de zetelpeiling die EenVandaag in samenwerking met Verian vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen publiceerde. Volgens hem is de peiling fundamenteel onbetrouwbaar: op 28 oktober — één dag voor de stembusgang van 29 oktober — berustte de voorspelling op slechts 1.151 respondenten, een steekproefgrootte die te klein is om fijnmazige zetelverschillen met enige betrouwbaarheid vast te stellen.
De Hond stelt dat die kleinschaligheid leidde tot ruis en niet tot signaal: schijnbewegingen en onverklaarbare verschuivingen die niet strookten met andere peilingen en uiteindelijk ook niet met de uitslag. Als voorbeelden noemt hij onder meer de vreemde schommelingen bij de ChristenUnie (een partij met een stabiele kleine achterban die door Verian veel te grote beweeglijkheid kreeg toegeschreven), een plotselinge plus van zeven zetels voor JA21 en de forse onderschatting van de VVD (Verian gaf de VVD 16 zetels terwijl de werkelijke uitslag later 22 bleek). Zulke fouten werden bovendien opgenomen in de Peilingwijzer en breed uitgedragen via NPO/NOS, waardoor het onjuiste beeld wijd werd verspreid in de laatste campagnedagen.
Centrale kritiekpunten zijn het onvoldoende corrigeren voor kiezersloyaliteit, een niet-representatieve steekproef (te links en te hoogopgeleid volgens De Hond) en het presenteren van te precieze zetelprognoses ondanks een te grote foutmarge. De Hond betoogt dat Verian hierdoor politieke invloed heeft uitgeoefend: kiezers werden in de laatste 48 uur voor de verkiezingen mogelijk misleid en partijen liepen strategische schade op.
Verder wijst De Hond erop dat eerdere waarschuwingen genegeerd zijn: noch EenVandaag, noch Verian zouden adequaat op kritiek hebben gereageerd. Zijn conclusie is dat dit niet louter technische slordigheid is maar dat het gaat om onprofessioneel peilwerk dat niet het podium zou mogen krijgen dat het kreeg. Hij roept EenVandaag op strengere eisen te stellen, een andere peiler te kiezen of de kwaliteit te verbeteren, anders blijft het volgens hem media- en politiek wensdenken in plaats van degelijk onderzoek.