-Paul Cliteur- Waarom wil Jan Paternotte PVV en FVD "extreemrechts" noemen?
In dit artikel:
Er is recent een woordenstrijd over de vraag of PVV en FVD als “extreemrechts” bestempeld mogen worden. D66-Kamerlid Jan Paternotte noemde die partijen zo omdat zij volgens hem de grondwet willen omverwerpen; op X/ Twitter reageerde Roopram dat de term “extreemrechts” alleen van toepassing zou moeten zijn op partijen die hun politieke doelen met geweld nastreven. Jurist en publicist Paul Cliteur neemt partij voor Roopram.
Cliteur bestrijdt Paternottes bewering dat PVV en FVD de grondwet willen neerhalen. Hij ziet geen aanwijzingen dat deze partijen geweld gebruiken of gedogen om hun doelstellingen te realiseren. Integendeel, stelt hij, uit artikel 42 lid 2 van de Grondwet volgt een visie op een nationale democratische rechtsstaat met ministers die verantwoording afleggen aan het parlement — iets wat volgens Cliteur juist aansluit bij standpunten van PVV en FVD over nationale soevereiniteit. D66 en Volt noemt hij in dit verband eerder degene die, door macht naar Brussel en internationale organen te schuiven, de nationale grondwettelijke orde aantasten.
Een tweede pijler van zijn betoog is semantisch: “extreemrechts” moet volgens Cliteur gereserveerd blijven voor bewegingen die geweld stimuleren of tolereren — historisch gezien fascistische of nazi-gerelateerde groeperingen. Voor PVV en FVD geeft hij de voorkeur aan termen als “radicaal rechts” of “consistent rechts”, die politiek-conceptuele afstand scheppen zonder de implicatie van geweld. Hij wijst er ook op dat het onwaarschijnlijk is dat partijen waarvan leiders (Baudet en Wilders) zelf slachtoffer zijn geweest van aanslagen, net diezelfde geweldspropaganda zouden dulden.
Cliteur sluit af met een oproep aan redacties (zoals NRC en de Volkskrant) om terughoudend te zijn met Paternottes semantische framing en te kiezen voor meer precieze terminologie om neutrale voorlichting te waarborgen. De tekst is geschreven door Paul Cliteur, auteur van onder meer Moreel Esperanto.