Partijen willen snijden in de zorg, maar kiezer ziet die bezuiniging niet zitten
In dit artikel:
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) concludeert dat Nederlanders van links tot rechts weinig heil zien in bezuinigingen op de zorg. Meer dan 70 procent van de ondervraagden wil juist (veel) meer geld naar volksgezondheid; slechts 2 procent pleit voor minder uitgaven. Alleen woningbouw scoort nog hoger wat betreft publieke steun voor extra investeringen (ruim 80 procent).
Die voorkeuren staan haaks op veel verkiezingsplannen: bijna alle partijen rekenen wél op knipwerk in de zorg om miljarden vrij te maken, onder andere om de hogere NAVO-norm (meer defensie-uitgaven) te kunnen betalen. De zorgbegroting is nu al boven de 100 miljard euro en zou zonder maatregelen nog met circa 16 miljard kunnen groeien in de komende kabinetsperiode. Alleen de samengestelde lijst GL/PvdA voorziet extra middelen voor zorg, maar zij schuiven een deel van de NAVO-rekening door zodat zij minder hoeven te snijden.
Verschillende partijen (onder meer VVD, CDA, JA21, D66) noemen maatregelen zoals het bevriezen of inperken van het basispakket, het verhogen van het eigen risico (soms tot circa €440) en terugdraaien van uitgaven in ouderenzorg en verpleeghuizen. Volgens het SCP zouden zulke stappen op brede tegenstand stuiten: kiezers van alle stromingen verzetten zich tegen zorgbezuinigingen. Rechts is wel ontvankelijker voor bezuinigingen op ontwikkelingshulp, cultuur, integratie en asielopvang. Supporters van GL/PvdA willen vrijwel nergens op besparen; alleen het laten oplopen van de staatsschuld kent enige steun als manier om rekeningen te betalen.
Tegelijk staat zorg niet bovenaan de nationale zorgenlijst: minder dan 20 procent noemt het als een van de belangrijkste maatschappelijke problemen, waardoor het dossier op plek zeven belandt achter zaken als vertrouwen in de politiek, wonen, normen en waarden en immigratie/integratie. Dat is een duidelijke verschuiving ten opzichte van de coronaperiode, toen volksgezondheid veel hoger scoorde. Het SCP signaleert ook een dalend vertrouwen in kabinet en Tweede Kamer; de enquêtes werden in het voorjaar afgenomen, nog vóór de val van kabinet-Schoof, toen vertrouwen al rond de veertig procent lag.