Partijen halen defensiemiljarden vooral weg bij zorg en ontwikkelingshulp
In dit artikel:
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de verkiezingsprogramma’s van tien partijen doorgerekend en waarschuwt dat een nieuw kabinet voor een grote financiële opgave staat: om te voldoen aan de afgesproken NAVO-norm moet er in 2035 structureel ongeveer 19,3 miljard euro extra naar defensie. Met de verkiezingen op 29 oktober in zicht tonen de doorrekeningen hoe partijen die extra kosten willen dekken — en welke keuzes dat voor zorg, ontwikkelingshulp, belastingen en koopkracht betekent.
Duidelijk is dat veel partijen kiezen voor lagere groei van de zorguitgaven (niet per se absolute bezuinigingen maar minder extra geld dan nu gepland). VVD, D66, CDA en JA21 volgen deze route. Ook knijpen veel partijen in ontwikkelingssamenwerking en internationale hulp om ruimte te maken voor defensie-investeringen; VVD, JA21 en BBB noemen dat expliciet en schrappen bijna alle hulpuitgaven behalve noodhulp en opvang in de regio.
Belangrijke partijverschillen:
- D66 combineert extra defensie‑inspanningen met meer uitgaven aan onderwijs en klimaat, en compenseert deels door belastingverhogingen op vermogen en winst terwijl arbeidslasten omlaag gaan.
- CDA introduceert een zogenaamde “vrijheidsbijdrage” en verhoogt licht de btw; huishoudens houden gemiddeld hun koopkracht, omdat de partij de belasting op inkomen en arbeid verlaagt en zwaarder gaat belasten op vermogen en winst.
- VVD reserveert net als JA21 op termijn ruim 19 miljard extra voor defensie, schrapt grotendeels ontwikkelingshulp en trekt minder uit voor onderwijs.
- JA21 heft vrijwel het gehele budget voor ontwikkelingssamenwerking op en verlaagt enkele lasten voor bedrijven; tot 2030 stelt het partijprogramma echter slechts 4 miljard vrij voor defensie, waarna de norm in 2035 wel gehaald wordt — met latere lastenverzwaringen voor huishoudens.
- BBB leverde beperkte beleidsdetails, maar volgt ook het patroon van minder internationale hulp ten gunste van defensie.
- GroenLinks–PvdA investeert minder ver in de NAVO-norm: rond 2030 ongeveer 6 miljard extra, vanaf 2032 zo’n 8,4 miljard per jaar — ruim onder de 19,3 miljard. De partij wil niet bezuinigen op zorg en schuift vooral lasten van huishoudens naar bedrijven en vermogensbezitters; dat verbetert koopkracht voor lage inkomens maar kan investeringsklimaat verslechteren.
Het CPB benadrukt beperkingen van de doorrekeningen: ze laten niet exact zien welke concrete posten — zoals defensie — door specifieke bezuinigingen of verschuivingen worden gefinancierd, maar wel of partijen in totaal bezuinigen of lasten verhogen. Conclusie: de meeste partijen zoeken ruimte voor defensie vooral in zorg en ontwikkelingshulp, en kiezen uiteenlopende combinaties van lastenverschuivingen die uiteenlopende gevolgen hebben voor huishoudens, bedrijven en het investeringsklimaat; de uiteindelijke impact op schuld en begrotingssaldo blijft in veel gevallen beperkt.