Parijse terrorist Salah Abdeslam wil 'in gesprek' met slachtoffers - terwijl hij jihadpropaganda in cel bekijkt
In dit artikel:
Salah Abdeslam, de enige levende dader van de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs, heeft via zijn advocate laten weten dat hij in gesprek wil met slachtoffers en nabestaanden en berouw zou tonen. Die verklaring komt precies in de week van de tiende herdenking van de aanslagen — waarbij het IS‑commando in cafés, restaurants, het Stade de France en de Bataclan 130 mensen doodde en honderden verwondde — maar wordt overschaduwd door onthullingen over zijn gedrag in detentie.
Abdeslam zit vast in de streng beveiligde gevangenis van Vendin‑le‑Vieil en werd in 2022 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf zonder kans op vervroegd vrijlating. Bij een controle op 15 januari vonden Franse antiterreurdiensten sporen van verbindingen met vier USB‑sticks op een door hem gebruikte, legale computer. Op die sticks stonden volgens de autoriteiten talloze audio‑, beeld‑ en videobestanden met expliciete jihadistische propaganda van groepen als IS en Al‑Qaeda. Dat wekt volgens de berichtgeving de indruk dat hij zijn radicale overtuigingen niet heeft opgegeven en nog steeds toegang heeft tot extremistische netwerken.
Tegelijkertijd wordt Abdeslams ex‑vriendin, de 25‑jarige Maëva B., opnieuw vervolgd. Justitie verdenkt haar ervan te hebben meegewerkt aan de voorbereiding van een nieuwe jihadistische aanslag en van te hebben geprobeerd een USB‑stick met extremistische inhoud in Abdeslams cel te smokkelen. Die zaak versterkt het beeld dat Abdeslam, ook achter tralies, een rol blijft spelen binnen radicale kringen en dat sympathisanten proberen hem materiaal en invloed te blijven bezorgen.
De combinatie van een publiekelijk aangekondigd verlangen naar dialoog en het recente bewijs van toegang tot propaganda leidt tot veel verontwaardiging: voor veel nabestaanden en betrokkenen komt de claim van berouw cynisch over. In de berichtgeving wordt gesteld dat echte berouw zich vertaalt in afstand van de ideologie en geen contact met of verspreiding van gewelddadige propaganda.
Breder gezien wordt dit voorval gebruikt om een structureel probleem te benadrukken: het moeilijke evenwicht tussen gevangenzetting en het tegengaan van radicalisering en communicatie tussen gedetineerde extremisten en hun netwerken. Terwijl Frankrijk deze week stilstaat bij de slachtoffers van 2015, tonen de ontdekkingen rondom Abdeslam volgens critici hoe kwetsbaar systemen zijn voor het binnensmokkelen van materiaal en de aanhoudende invloed van opgesloten jihadisten.