Paniek in Moskou: Syrische dictator Bashar al-Assad mogelijk vergiftigd
In dit artikel:
Het Syrian Observatory for Human Rights (SOHR) meldt dat de voormalige Syrische president Bashar al-Assad op 20 september met spoed en in kritieke toestand is opgenomen in de intensive care van een privékliniek in de buitenwijken van Moskou. Negen dagen later mocht hij het ziekenhuis weer verlaten; zijn toestand zou nu stabiel zijn. Volgens het observatorium werd Assad mogelijk vergiftigd, maar er is geen harde bevestiging wie daarachter zit of wat het motief is.
Assad verblijft sinds zijn vlucht uit Syrië in een zwaar bewaakte villa net buiten Moskou, waar Russische autoriteiten zijn beveiliging regelen maar zijn bewegingsvrijheid beperken. Dat hij ondanks die bewaking nog regelmatig bezoekers ontving, is volgens het SOHR een mogelijke verklaring voor hoe een vergiftiging kon plaatsvinden. Tijdens de ziekenhuisopname was alleen zijn broer Maher toegestaan om hem te bezoeken, onder strikte beveiliging.
Wie de aanval zou hebben uitgevoerd blijft onduidelijk; het SOHR noemt zowel de mogelijkheid van een doelgerichte aanslag als een poging om Rusland in verlegenheid te brengen. Een anonieme bron binnen het observatorium ontkent Russische betrokkenheid en suggereert dat de operatie juist bedoeld kan zijn om Moskou te beschuldigen en Poetin te laten zwichten in zijn beschermende rol.
Assad kwam eind vorig jaar in Rusland aan nadat zijn regime onder druk van de islamistische groepering Hayat Tahrir al-Sham instortte. Poetin verleende hem en zijn gezin politiek asiel en weigert uitlevering. De familie zou een fortuin bezitten — de VS schatten dat op zo'n 2 miljard dollar — en bezit in Rusland omvat naar verluidt tientallen dure appartementen. De mogelijke vergiftiging onderstreept dat Assad, hoewel veilig geacht in Moskou, politiek en fysiek nog steeds kwetsbaar is.