Palestijnse journalist Amal (30): 'Mijn oudtante weigert Gaza-Stad te verlaten'
In dit artikel:
Amal Helles (30), een Palestijnse journalist uit Amsterdam, vertelt hoe de oorlog haar gezin, collega’s en familie in Gaza verscheurt. Haar man verliet Gaza vorige maand en ze zijn na anderhalf jaar herenigd; die ontmoeting in een hotel met hun kinderen bracht opluchting maar ook scherp besef van verlies en blijvende angst. Hun dochter riep volgens Helles: “godzijdank, je leeft”, omdat in Gaza overleven nooit verzekerd is: bombardementen en honger bedreigen voortdurend het leven.
Helles’ ouders, broers, zussen en veel neven en nichten zitten nog in Gaza, onder meer in Al‑Mawasi in het zuiden — een gebied waar naar schatting meer dan een miljoen mensen dicht opeengepakt in tenten verblijven zonder schoon drinkwater of voldoende voedsel, terwijl bombardementen doorgaan. Ze vertelt dat familieleden vaak geen uitweg zien; vluchten kost geld en logistiek dat velen niet hebben: een bekende noemde bijvoorbeeld een prijs van ongeveer vijfduizend dollar voor transport en onderdak.
Als journalist heeft Helles persoonlijk contact met slachtoffers onder collega’s. Ze noemt de vijf Gazaanse journalisten die op 25 augustus bij het Nasser‑ziekenhuis werden gedood: Mariam Abu Daqqa, Moaz Abu Taha, Ahmed Abu Aziz, Hussam al‑Masri en Mohammad Salama. Haar man werkte met hen samen; Helles herinnert zich een recente videogesprek met Mariam, die later op dezelfde trap werd getroffen. Ze wijst erop dat al meer dan tweehonderd journalisten in Gaza zijn omgekomen en vreest dat doelbewuste intimidatie bedoeld is om hen het zwijgen op te leggen.
Over de Nederlandse mediacampagne van solidariteit zegt Helles dat het belang van collega’s die zijn gedood moet worden verwoord, maar ze worstelt met de vraag of het wereldwijde sentiment anders zou zijn geweest als het westerse journalisten betreft. Haar kernpunt is dat Palestijns lijden en levens volgens haar te weinig waardering of aandacht krijgen, ook wanneer het journalisten betreft.