Pakketboot, geluidsfabriek, "steen geworden poëzie": film 'Radioman' brengt ode aan Flageygebouw  

maandag, 15 december 2025 (05:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

Frank Van Passels film Radioman gaat vanavond in première in Brussel en draait vanaf woensdag in de zalen. De film speelt zich af aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en volgt een geluidstechnicus en een actrice die hoorspelen maken in de radiostudio’s van het NIR, het vooroorlogse Belgische omroep­gebouw dat tegenwoordig bekendstaat als Flagey in Elsene. VRT NWS kreeg er een rondleiding van Joanna Van der Heyden, oud-presentatrice van Klara en gids voor het gebouw.

Van Passel gebruikt Flagey niet alleen als decor maar als hoofdpersonage: hij bewondert het gebouw om zijn architectuur, akoestiek en historische rol in de ontwikkeling van radio. Van der Heyden leidt bezoekers van kelder tot hoogste verdieping en schetst zowel persoonlijke herinneringen — zij begon er als twintiger te werken — als de technische en culturele achtergrond van het gebouw. Interieurs ademen art‑deco: warme kleuren, houten lambrisering, een panoramisch directiebureau en originele meubelen die de sfeer van het interbellum bewaren.

Het Flageygebouw stamt uit de jaren dertig en was het eerste huis van de openbare omroep NIR‑INR. Na twee architectuurwedstrijden won het ontwerp van Joseph Diongre; door de eis van een echte ‘geluidsfabriek’ werden studio’s binnenin geplaatst, omgeven door dikke muren en sassen zodat externe geluiden de uitzendingen niet konden verstoren. De bouw vergde technische ingrepen — onder meer 836 palen vanwege de moerassige ondergrond — en werd in drie jaar voltooid, met advies van BBC en Amerikaanse zenders.

De studiotechniek was vooruitstrevend: in Studio 1 staan nog altijd 47 zeshoekige akoestische zuilen, een uitvinding van ingenieur Braillard waarmee nagalm in enkele tientallen seconden kan worden geregeld — een systeem dat ook na bijna een eeuw nog functioneert. Flagey is vandaag een kunstencentrum voor klassieke muziek, jazz en film; Studio 4 biedt plaats aan duizend toeschouwers en de zalen trekken internationale muzikanten vanwege de befaamde akoestiek. Ook delen van het gebouw herinneren aan zijn technologische verleden, zoals de kelder met oude instrumentenpanelen die nu dienstdoet als personeelskantine.

Tijdens de Duitse bezetting fungeerde Flagey als ‘Zender Brussel’ en werd het medium gebruikt voor propaganda; medewerkers reageerden verschillend, van samenwerking op beleidsniveau tot voortzetting van gewone taken onder moeilijke omstandigheden. Na de oorlog kwam radio weer op gang en vanaf 1953 werd ook televisie uitgezonden; in de decennia daarna trokken veel diensten weg, en in de jaren negentig stond het gebouw leeg en vervuild met asbest. In 1997 belandde Flagey op een lijst van bedreigde monumenten, maar een publiek‑private reddingsoperatie heeft het bewaard en omgevormd tot het culturele instituut dat het nu is.

Van der Heyden sluit haar rondleidingen af met de gedachte dat het erfgoed behouden moet worden en dat het gebouw, ooit verguisd en bijna verloren, weer tot leven is gebracht — de vroegere ‘pakketboot’ vaart opnieuw, nu gevuld met muziek en kunst.