Pakistaanse oud-premier Imran Khan opnieuw veroordeeld voor corruptie
In dit artikel:
De voormalige Pakistaanse premier Imran Khan is door een rechtbank veroordeeld tot 17 jaar gevangenisstraf in de zogenaamde Toshakhana 2‑zaak; zijn vrouw kreeg dezelfde straf en beiden moeten ook een geldboete betalen. De zaak draait om dure staatsgeschenken — horloges en juwelen — die de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman aan Pakistan gaf tijdens Khans staatsbezoek in 2021. Aanklagers stellen dat Khan en zijn vrouw die geschenken later voor een spotprijs van de staat hebben gekocht, in strijd met de regels rond de opslag en verkoop van officiële geschenken (Toshakhana).
Khan, 73, zit al ruim twee jaar vast en stond al in januari terecht in een andere corruptiezaak, waarin hij werd veroordeeld tot 14 jaar cel wegens omkoping. Sinds zijn afzet als premier in 2022 lopen tientallen vervolgingen tegen hem; hij en zijn supporters noemen de processen politiek gemotiveerd en spreken van een poging hem monddood te maken. Zijn advocaat zegt dat het nieuwe vonnis is uitgesproken zonder dat de verdediging aan bod kwam. Ondanks de veroordelingen blijft Khan populair; aanhangers demonstreren regelmatig en veel betogers zijn bij zulke acties door Pakistaanse autoriteiten opgepakt.