Paarse Vrijdag staat onder druk: 'Mensen lopen om het regenboogzebrapad heen'
In dit artikel:
Kinderombudsman Margrite Kalverboer waarschuwt dat Paarse Vrijdag — de landelijke actiedag waarop scholen met paarse kleding aandacht vragen voor lhbti+-acceptatie — onder druk staat en “steeds minder blije” is geworden. Naar aanleiding van gesprekken met kinderen van 9 tot 17 jaar en belangenorganisaties signaleert haar kantoor dat veel queer-leerlingen op school te maken hebben met pesten, bedreigingen en weinig steun van leraren en bestuur. Sommige leerlingen melden zich zelfs ziek op Paarse Vrijdag uit angst voor incidenten.
Het verhaal van 17‑jarige Kayley uit Groningen illustreert het probleem: op haar vmbo‑school werden posters over Paarse Vrijdag regelmatig van de muur getrokken en een aangelegd regenboogzebrapad werd beklad of genegeerd. Maatschappijleraar Jonas van Hest, oud‑docent op diezelfde scholencampus Eemsdelta, vertelt dat leraren die paarse kleding droegen snel doelwit werden en dat op vmbo meer vijandigheid voorkomt dan op havo/vwo; hij verwijst ook naar geweldsincidenten en de invloed van macho rolmodellen op leerlingen.
Kalverboer vroeg deze week via een brief aan de minister van Justitie en Veiligheid en de staatssecretaris van Onderwijs om concrete maatregelen. Ze pleit onder meer voor betere scholing en praktische handvatten voor onderwijs- en zorgprofessionals om gesprekken over queer-zijn te voeren, en voor voorzieningen als genderneutrale toiletten om de schoolomgeving veiliger te maken.
COC Nederland herkent het conservatisme, maar benadrukt dat de belangstelling voor Paarse Vrijdag nog groot is: de gratis lespakketten waren snel uitverkocht en naar schatting doen dit jaar zo’n 3.000 scholen mee (ongeveer 2.000 basisscholen en 1.000 middelbare scholen en mbo’s). Sinds vorig jaar bevat het lesmateriaal meer ondersteuning voor schoolleiding en docenten om diversiteit bespreekbaar te maken en veiligheid te bevorderen.
VO Eemsdelta‑directeur Annalies Mulder zegt geraakt te zijn door de meldingen en stelt dat de school geen weet had van de genoemde gevallen. Ze somt maatregelen op zoals een signaleringssysteem voor pesten, extra jongerenwerkers en een kerngroep veiligheid; op basis van camerabeelden ontkent ze dat leerlingen van de school het zebrapad hebben beklad.
De kernvraag blijft: hoe kan onderwijs en politiek zorgen dat Paarse Vrijdag weer een beschermende, zichtbare steunbetuiging wordt in plaats van een dag met extra risico’s? Ouders en organisaties zoeken naar antwoorden nu gescheurde posters en vernielde regenboogvlaggen laten zien dat er groeiende weerstand bestaat tegen lhbti+-zichtbaarheid op scholen.