Staat grijpt te snel naar subsidies bij bedrijven vanwege 'onverwerkt trauma'

donderdag, 9 oktober 2025 (17:12) - NU.nl

In dit artikel:

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) waarschuwt dat de Nederlandse staat haar aandeelhouderschap in bijna 550 bedrijven—gezamenlijk goed voor circa 88 miljard euro—niet genoeg benut voor het publieke belang. Van die deelnemingen spelen ongeveer 350 ondernemingen een cruciale rol in de leefomgeving van burgers, waaronder Schiphol, TenneT, de NS en regionale drink- en watersystemen. Volgens de Rli ontbreekt het bij de aansturing te vaak aan een langetermijnvisie; de aandacht gaat te veel uit naar randzaken zoals bestuursinkomens en kortetermijnrendementen, waardoor kansen voor veiligheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid worden gemist.

Als concreet voorbeeld noemt de Rli de huidige netcongestie: bedrijven en wijken staan vaak op lange wachtlijsten om op het stroomnet te worden aangesloten, waardoor de leveringszekerheid onder druk komt te staan. Netbeheerders mogen nu meestal geen batterijen inzetten om lokaal opgewekte energie op te slaan; dat wordt in de praktijk aan inwoners overgelaten en is inefficiënt. De adviesraad stelt dat de overheid haar invloed kan aanwenden om de speelruimte van netbeheerders te verruimen en pleit ervoor voor- en nadelen van zulke maatregelen systematisch te onderzoeken.

De Rli wijst ook op gemiste economische kansen: zo ging in recente jaren naar schatting 5 miljard euro aan subsidies voor wind op zee naar private partijen. Als de staat toen zelf ondernemingen had opgezet of meerderheidsbelangen had gehad, had zij kunnen meedelen in de winst en meer strategische autonomie kunnen behouden — ASML wordt als illustratie genoemd, niet per se om nu te nationaliseren, maar als voorbeeld van wat anders had gekund. Daarom adviseert de Rli om, naar Belgisch voorbeeld, een lijst op te stellen van vitale bedrijven die bescherming verdienen.

Het terughoudende beleid heeft deels historische oorzaken: mislukkingen bij eerder staatsoptreden (zoals RDM en het AEB-debacle) hebben geleid tot een “onverwerkt trauma” waardoor de overheid liever subsidies verstrekt dan zelf in de markt te treden. Daarnaast verstoort de dubbelrol van overheid als beleidsmaker en aandeelhouder de focus: vaak zit de aandeelhouder aan tafel, maar ontbreken langetermijnbeleidsmakers, wat tegenstrijdige opdrachten kan opleveren (bijvoorbeeld tussen ProRail en NS).

De Rli pleit uiteindelijk voor meer doordachte inzet van eigenaarschap: de staat kan essentiële voorzieningen beschermen, bereid zijn lagere rendementen te accepteren in ruil voor continuïteit, en actief zoeken naar manieren om maatschappelijke opgaven via deelnemingen te realiseren. De adviesraad roept op tot heldere keuzes, betere afstemming tussen rollen en onderzoek naar concrete mogelijkheden om aandeelhouderschap te benutten voor publieke doelen.