Overheid hoeft PostNL geen miljoenensubsidie te geven voor postbezorging
In dit artikel:
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft geoordeeld dat de Nederlandse staat niet wettelijk verplicht is PostNL financieel te compenseren voor de verliesgevende bezorging van brieven. PostNL, het beursgenoteerde bedrijf met het monopolie op brievenbuspost en de wettelijke taak die post op tijd te bezorgen, had begin dit jaar een subsidieaanvraag van 68 miljoen euro ingediend en probeerde via de rechter in elk geval een voorschot van 15 miljoen euro af te dwingen. Dat mislukte.
De rechtbank stelt dat de overheid niet per definitie gehouden is tot subsidie; zij mag zelf bepalen of en op welke manier ze PostNL ondersteunt. De rechter twijfelt bovendien of PostNL daadwerkelijk een onevenredige financiële last draagt die onmiddellijke overheidssteun noodzakelijk maakt. Hoewel PostNL kampen met dalende postvolumes en stijgende personeelskosten, is het concern als geheel nog winstgevend.
PostNL neemt al maatregelen om kosten te besparen: veel brievenbussen worden sinds dit jaar eerder geleegd en de prijs van een postzegel steeg in tien jaar vrijwel naar €1,21. Het bedrijf pleit voor versoepeling van de bezorgplicht — van één naar twee of zelfs drie dagen — maar dat stuit op politieke weerstand. Een eerdere poging van oud-minister Dirk Beljaarts om de termijnen te verruimen werd door de Tweede Kamer afgewezen; demissionair minister Vincent Karremans gaf afgelopen zomer één extra dag, wat PostNL onvoldoende vindt.
Tegelijkertijd voldoet PostNL al jaren niet aan de norm dat 95% van de post binnen 24 uur geleverd moet zijn: 94,3% in 2020 en vorig jaar nog maar 86%. De uitspraak legt de verantwoordelijkheid voor eventuele aanvullende steun en structurele oplossingen terug bij politiek en beleid, terwijl PostNL zelf maatregelen moet blijven zoeken om de dienstverlening betaalbaar te houden.