Overheid haalt minder op met kansspelbelasting. Dat is goed! | DVHN commentaar
In dit artikel:
De kansspelbelasting in Nederland wordt vanaf 1 januari 2025 verhoogd van 30,5 naar 34,2 procent en stijgt in 2026 verder naar 37,8 procent, wat het hoogste tarief in Europa betekent. Deze maatregel, vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord van het Kabinet-Schoof, is bedoeld om de overheidsinkomsten uit de goksector met naar verwachting 100 miljoen euro in 2025 en daarna 200 miljoen euro per jaar te verhogen. De Kansspelautoriteit voorspelt echter dat de opbrengst tegenvalt en in 2025 waarschijnlijk slechts 60 miljoen euro zal bedragen.
Hoewel deze lagere opbrengst tegenvallend kan lijken voor het ministerie van Financiën, is het verhogen van de belasting ook bedoeld om het gokgedrag terug te dringen en zo gokverslavingen te verminderen. Dit sluit aan bij eerdere ervaringen met accijnsverhogingen, bijvoorbeeld op sigaretten, waar door hogere prijzen de consumptie afnam, maar de totale opbrengsten voor de overheid juist daalden.
Om de negatieve effecten van gokken tegen te gaan, wordt eveneens de winstkans verlaagd, wat direct ten koste gaat van de gokker. Deze maatregel zorgt voor spanningen binnen de gokindustrie; zo uitte Holland Casino, dat volledig in staatshanden is, zorgen over de houdbaarheid van het bedrijf bij verdere belastingverhogingen. Tegelijkertijd dringt de roep om preventie en zorg, vooral vanwege een groeiend aantal jongeren met gokproblemen, aan op een integrale aanpak waarbij prijsbeleid slechts één onderdeel vormt.