Overeenkomst van opdracht met ZZP'er mag direct beëindigd worden

In dit artikel:

In een recente uitspraak van de Rechtbank Overijssel is geoordeeld dat een contractuele opzegtermijn een ZZP’er niet altijd beschermt wanneer de eindklant de samenwerking stopzet. Feiten: in augustus 2025 sloot een zelfstandige een overeenkomst van opdracht met een bedrijf om vanaf 11 augustus 2025 als teamleider logistiek bij een klant te werken; de opdracht liep in principe tot 10 februari 2026. In het contract stond een opzegtermijn van één maand, maar ook een ontbindende bepaling die het bedrijf toestond de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen zodra de eindklant de inzet van de opdrachtnemer beëindigt, zonder recht op schadevergoeding.

Eind augustus beëindigde de eindklant de inzet per direct; het bedrijf droeg dit diezelfde dag aan de ZZP’er over. De ZZP’er had twee weken gewerkt en factureerde later bijna €17.000 voor 184 niet-gewerkte uren als compensatie voor de gemiste opzegtermijn. Het bedrijf weigerde te betalen, waarna de ZZP’er een kort geding startte. De kantonrechter verwijt de vordering en oordeelde dat de ontbindende clausule rechtsgeldig is en dat de ZZP’er geen recht heeft op betaling of schadevergoeding.

Betekenis: de uitspraak laat zien dat duidelijke ontbindende clausules in ketencontracten door de rechter kunnen worden gehandhaafd. Voor ZZP’ers is het advies om dergelijke bepalingen bij contractsluiting kritisch te bekijken en, waar nodig, onderhandelbare beschermingen op te nemen (bijv. compensatieclausules, langere zekere betalingstermijnen of expliciete uitsluiting van onmiddellijke ontbinding zonder vergoeding).