Overal is religie op haar retour, zelfs in streng­ge­lovige bolwerken als Iran, Pakistan en Afghanistan

donderdag, 4 september 2025 (16:44) - De Volkskrant

In dit artikel:

Een nieuwe studie van de Nederlandse socioloog Nan Dirk de Graaf en collega’s uit Zwitserland en de VS, gepubliceerd in Nature Communications, laat zien dat secularisatie zich niet beperkt tot het moderne Westen maar als een golf over de wereld beweegt. Door decennialang enquêteonderzoek uit ongeveer 95 landen opnieuw te analyseren, beschrijven de onderzoekers een universeel patroon waarin religiositeit geleidelijk afneemt — van publieke rituelen naar persoonlijke verbondenheid — en dat stadium voor stadium over regio’s rolt.

De kernbevinding is dat ontkerkelijking drie opeenvolgende fases kent. Eerst neemt deelname aan gemeenschappelijke erediensten en rituelen af (minder kerk- of moskee­bezoek). In een tweede fase zeggen mensen dat religie voor henzelf minder ‘belangrijk’ is. Pas in een latere, meer verregaande fase verliezen mensen het gevoel van verbondenheid met hun religie. Dit verklaringsmodel maakt begrijpelijk waarom eerdere metingen soms tegenstrijdige uitkomsten lieten zien: sommige samenlevingen tonen vooral een daling in praktijk, andere juist in belang of binding — afhankelijk van welk stadium ze doorlopen.

Het patroon blijkt breed verspreid. West-Europa staat het verst: daar is zowel bezoek aan religieuze bijeenkomsten als gevoelens van verbondenheid fors gedaald. Maar ook in traditioneel religieuze gebieden — delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika, islamitisch Azië, boeddhistische landen als Thailand en Sri Lanka, en katholiek Midden- en Zuid-Amerika — zijn tekenen van afnemende religiositeit zichtbaar. Zelfs landen die als ‘diep religieus’ worden gezien, zoals Iran, Pakistan en Afghanistan, laten volgens de cijfers al verschuivingen zien. Eén opvallende uitzondering is Israël, waar de jongere generatie in sommige analyses juist praktischer en demografisch religieuzer is door hoge groeicijfers onder orthodoxe Joden en interne spanningen die religiositeit versterken.

De onderzoekers leggen het proces vooral uit door modernisering: hogere opleiding, een meer wetenschappelijke levenshouding en de opkomst van verzorgingsstaten verminderen de praktische en sociale afhankelijkheid van religieuze instituties. Het team schat dat de volledige transitie eeuwen kan duren — wellicht rond de tweehonderd jaar — en dat veel islamitische en Afrikaanse landen zich nog in een vroeg stadium bevinden.

De studie wekt debat op in de vakwereld. Sommige godsdienstsociologen noemen de bevindingen “interessant materiaal” en benadrukken dat de secularisatietheorie buiten West- en Noord-Europa controversieel is; anderen zullen de resultaten kritisch nagaan. De auteurs hebben hun analyse getest met meerdere datasets en vonden telkens hetzelfde driestappenpatroon, en nodigen collega’s uit om de bevindingen te toetsen en te weerleggen waar mogelijk.

Kortom: de nieuwe analyse geeft een samenhangende verklaring voor uiteenlopende meetresultaten en suggereert dat wereldwijde secularisatie geen louter westers verschijnsel is, maar een geleidelijk, gefaseerd proces dat in verschillende regio’s in verschillende stadia verkeren.