OV-organisatie doet steekproef: 'Ruim een derde van bus- en tramritten in Amsterdam viel uit'
In dit artikel:
In september voerde belangenorganisatie Maatschappij voor Beter OV een steekproef uit naar uitval van trams en bussen in Amsterdam. Op veertien verschillende dagen werd bij 51 geplande ritten van trams 3, 4 en 12 en buslijnen 22 en 48 gekeken of voertuigen volgens dienstregeling stopten. Achttien van die ritten verschenen niet bij de halte, wat neerkomt op ruim 35 procent rituitval in deze steekproef.
GVB, het stadsvervoerbedrijf, bestreed de conclusies en verwijst naar eigen rittenregistratie die een veel lager uitvalpercentage aangeeft: in september zou de uitval over alle tramlijnen 3,3 procent zijn en bij alle buslijnen 4,9 procent. Volgens een GVB-woordvoerder hangt het beeld sterk af van wanneer er wordt geobserveerd; zij registreren structureel alle uitgevallen ritten over langere periodes. Ook wijzen zij op incidentele oorzaken die de cijfers kunnen opdrijven, zoals de afsluiting van de Coentunnel in de eerste helft van september en het effect van kleine rijdersbestanden op lijnen met maar enkele voertuigen (bijvoorbeeld lijn 4).
Maatschappij voor Beter OV-bestuurslid Rikus Spithorst erkent de beperkte omvang van de steekproef maar vindt die voldoende verspreid over lijnen, data en tijden om een indicatie te geven. Hij noemt de situatie onaanvaardbaar, vooral omdat veel reizigers in Amsterdam afhankelijk zijn van betrouwbaar vervoer. Spithorst voegt daaraan toe dat de organisatie geen observaties opnam van een donderdag waarop in Amsterdam-Noord het busverkeer geheel stilgelegd werd na politie-inspecties; daardoor zou de werkelijke uitval in september nóg hoger zijn geweest.
Verder signaleerde de steekproef een toegankelijkheidsprobleem: in ongeveer de helft van de geobserveerde trams wisten bestuurders of conducteurs niet dat er een opklapbare instapplank aanwezig was voor rolstoelgebruikers, of hoe die bediend moest worden. Dat wijst op problemen met voorlichting of training rond toegankelijkheid.
De publicatie illustreert een kloof tussen burgerwaarnemingen en officiële cijfers en legt vragen op over betrouwbaarheid, personeelssituatie en toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Amsterdam.