Oud-verpleegsters raken niet uitgepraat over Bethesda. 'We waren allemaal een beetje bang voor de hoofdzuster en de artsen'

maandag, 15 september 2025 (09:13) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

De Jeltjes — een groep oud-verpleegsters die in 1963 in Hoogeveen samen de opleiding verpleegkunde begonnen — vierden zaterdag hun 50e reünie in een vakantiebungalow op vakantiepark Westerbergen in Echten. De jaarlijkse bijeenkomst, opgezet door Clasien Smit en Trudy Schultink en vernoemd naar verpleegster Jeltje de Bosch Kemper, brengt de vrouwen sinds de eerste reünie regelmatig samen; aanvankelijk woonden de bijeenkomsten bij leden thuis en ze vonden plaats door het hele land (onder meer Amsterdam, Middelburg en Leeuwarden). Van de oorspronkelijke groep van vijftien zijn er een lid overleden en nu zijn de meesten rond de 80 jaar; op zaterdag waren dertien aanwezigen (één moest wegens ziekte afzeggen).

De dag bestond uit veel bijpraten en herinneringen ophalen aan het werken in het christelijke ziekenhuis Bethesda in Hoogeveen. De vrouwen benadrukten hoe sterk de verpleegkunde is veranderd: in de jaren zestig en zeventig ontbraken veel moderne hulpmiddelen zoals computers, bedliften en hygiënemedewerkers. Verpleegkundigen sjouwden bedden zonder wieltjes, sopten de zalen zelf en werden op netheid gecontroleerd. Door die langere opnames — bijvoorbeeld weken na een hartaanval of meerdere dagen na een blindedarmoperatie — was de band met patiënten vaak intensiever en werden ontslagen soms met gebak gevierd.

Religie en discipline speelden een grotere rol dan nu gebruikelijk: zusters droegen bij aan gebed en bijbellezen voor patiënten en moesten een verplichte domineescursus volgen, ook als dat betekende dat ze daarvoor hun slaap tijdens een nachtdienst moesten onderbreken. Hiërarchie was streng; men sprak hoofdzuster en artsen formeel aan en voelde zich soms wat ontdaan in hun aanwezigheid. Tegelijk waren er opvallend menselijke en humoristische momenten: verhalen over verkeerd uitdeelde kunstgebitten, de dominee die voor de kapper werd aangezien, en heimelijke danslessen die aanvankelijk door het ziekenhuis werden afgekeurd maar later geaccepteerd.

Trudy Schultink merkte op dat de huidige gezondheidszorg veel bureaucratischer is. Zij illustreerde het verschil met een persoonlijk voorbeeld: waar zij vroeger bij buikpijn dezelfde dag geopereerd kon worden, zou dat nu vaak anders en organisatorisch meer complex verlopen. Als context: de professionalisering van verpleegkunde, technologische vooruitgang en verschuiving naar poliklinische en kortere opnames hebben het vak sindsdien fundamenteel veranderd — iets waar de Jeltjes zowel met trots als weemoed op terugkijken.