Oud-burgemeester krijgt geen voet aan de grond bij gemeente: 'Van kastje naar muur gestuurd, superslecht'
In dit artikel:
Oud-burgemeester Arnoud Rodenburg wil dat er bij zijn huis langs de Gaagweg in Midden‑Delfland meteen een voetpad wordt aangelegd nu de provinciale N468 wordt vernieuwd. Hij stuurde op 25 mei een uitgebreide brief met foto’s aan het college van B en W en herinnerde de gemeenteraad per mail op 23 juli, maar ervaart sindsdien radiostilte: “Voor het eerst merk ik nu hoe het als burger is”, zegt hij over het gevoel van van het kastje naar de muur worden gestuurd.
De N468 (10,2 km) wordt in fases opgeknapt; het deel bij de Gaagweg staat gepland vanaf maart 2026, en Rodenburg ziet dit als het geschikte moment voor een veilige wandelverbinding. Hij wijst bovendien op gemeentelijk beleid dat een oost‑west wandelverbinding belangrijk vindt. Ter ondersteuning noemt het artikel cijfers over een traject van 2 km op de N468: in tien jaar tijd 15 ongevallen met alleen materiële schade en 14 met letsel.
Niet iedereen is enthousiast. Raadslid Ed Roeling (Mijn Partij) zegt op de hoogte te zijn maar wil er niets mee doen omdat Rodenburg volgens hem vooral wil voorkomen dat er een bushalte voor zijn huis blijft staan. Rodenburg bevestigt dat: de bestaande halte belemmert zijn uitzicht en de nieuwe haltes krijgen volgens hem forse hekwerken. Ook zouden enkele buurtbewoners fel tegen een voetpad zijn.
De gemeente laat weten het jammer te vinden dat Rodenburg zich niet gehoord voelt en zegt meerdere keren contact te hebben gehad, onder meer tijdens een informatieavond. De provincie meldt dat zij heeft uitgelegd dat het door Rodenburg gewenste voetpad op sommige delen niet mogelijk is vanwege ruimtegebrek en moeilijkheid bij veilige inpassing; dat zou ook gecommuniceerd zijn. Rodenburg erkent dat er contact was, maar vindt antwoord op zijn schriftelijke voorstellen ontbreken.
Als het voetpad er toch komt, wil hij bloemen ophangen aan de brugreling — via het bedrijf van zijn vrouw. Het dossier toont zowel fysieke beperkingen en tegenstrijdige belangen bij infra‑projecten als de frustratie van een voormalig bestuurder die nu ervaart hoe moeizaam burgerparticipatie kan verlopen.