Opvattingen over kwaadaardige elite zijn volgens de AIVD 'feitelijk onjuist' en dit is de onderbouwing
In dit artikel:
De Nederlandse inlichtingendienst AIVD staat onder vuur omdat zij volgens critici steeds vaker politieke uitspraken doet in plaats van neutrale dreigingsanalyses. In de Tweede Kamer plaatste PVV-Kamerlid Gideon van Meijeren vragen bij de AIVD‑conclusie dat de zogeheten omvolkingstheorie — het narratief dat een kwaadaardige elite het land bestuurt — de democratische rechtsorde ondermijnt doordat die het vertrouwen in instituties aantast.
AIVD‑chef Erik Akerboom verdedigde het oordeel en zei dat de dienst tot die conclusie komt op basis van “de kennis, de expertise en de inlichtingen die we hebben.” Op herhaalde vragen van Van Meijeren bleef dat het antwoord: de dienst beroept zich op eigen bronnen en analyses.
De zaak roept fundamentele vragen op over de rol van een apolitieke veiligheidsdienst: wanneer is het legitimerend om te beoordelen of maatschappelijke opvattingen feitelijk juist of onjuist zijn, en wanneer overschrijdt zo’n beoordeling de politieke sfeer? De discussie toont de spanning tussen het beschermen van de democratische rechtsorde — een taak die de AIVD vaak aanvoert bij extremistische dreigingen — en het risico dat de dienst wordt gezien als arbiter van waarheidsvinding in het publieke debat.