Opstelling partijen belangrijk voor bestuurbaarheid na vertrek NSC
In dit artikel:
De coalitie die vorig jaar gevormd werd door PVV, VVD, NSC en BBB stond van meet af aan al kwetsbaar: er was geen meerderheid in de Eerste Kamer en voor wetgeving moest steun uit de oppositie gezocht worden. Nadat de PVV in juni uit de coalitie stapte, verloor het kabinet ook in de Tweede Kamer de meerderheid; met VVD, NSC en BBB bleef 51 zetels over, 25 te weinig voor een meerderheid. Met het vertrek van NSC is de regering teruggebracht tot VVD en BBB, samen goed voor 32 zetels — een tekort van 44 zetels ten opzichte van de vereiste 76 zetels.
Het kabinet was al demissionair vóór het vertrek van NSC, wat niet betekent dat alles stilvalt, maar wel dat de aandacht vooral uitgaat naar de vorming van een nieuw kabinet na de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. Hoe snel dat proces verloopt bepaalt of het huidige kabinet maandenlang aanblijft of mogelijk een jaar. Kort na de verkiezingen treedt een nieuwe Tweede Kamer aan, waarin VVD en BBB mogelijk minder zetels hebben dan nu.
Op korte termijn staan de rijksbegrotingen voor 2026, gepresenteerd op Prinsjesdag, centraal: die moeten door zowel Tweede als Eerste Kamer worden goedgekeurd. Partijen staan voor een keuze in hun profilering richting kiezers: stemmen ze vooral op inhoud en stellen ze strenge voorwaarden aan begrotingssteun, of kiezen ze ervoor verantwoordelijkheid te nemen en zo de bestuurbaarheid te bevorderen? Die keuze beïnvloedt hoe ordelijk of rommelig Den Haag de komende maanden zal zijn. Verwacht wordt dat VVD en CDA zich op degelijk bestuur zullen richten; GroenLinks–PvdA zal ook willen laten zien dat het bestuurt, maar houdt tegelijk eigen politieke inhoud hoog in het vaandel.
De terugtrekking van NSC kwam mede door het vertrek van Buitenlandminister Caspar Veldkamp, die vond dat hij te weinig ruimte had om het Israëlbeleid te voeren dat hij wilde. Een radicale koerswijziging in het Nederlandse Israëlbeleid is niet waarschijnlijk; eerder ligt een voortzetting van de geleidelijk kritischer lijn voor de hand. Kortom: politiek Den Haag blijft fragiel en afhankelijk van onderhandelingen met meerdere fracties, terwijl de vraag of partijen kiezen voor profilering of samenwerking bepalend zal zijn voor het functioneren van het kabinet tot de formatie na 29 oktober.