Van tientje tot half miljoen: oprichter 'Wij eisen de nacht op' blikt terug
In dit artikel:
In augustus startte Danique de Jong de landelijke inzamelingsactie Wij eisen de nacht op, nadat zij zich hard maakte tegen de normalisering van geweld tegen vrouwen — een gevoel dat was aangewakkerd door de moord op de 17‑jarige Lisa en een Walibi‑reclamevideo waarin een gewonde vrouw werd geveild en gedood. Wat begon als een impulsieve oproep (De Jong dacht aanvankelijk: "als er maar 45 euro binnenkomt, verwijder ik de oproep weer") groeide uit tot een massale beweging: ruim 510.000 euro werd opgehaald via GoFundMe, de grootste Nederlandse inzamelactie van 2025 en de op een na grootste in de EU dat jaar.
De actie kreeg brede nationale en internationale aandacht, van Nederlandse media tot de BBC en The New York Times, en sloeg zodanig aan dat het onderwerp zelfs in politieke debatten en in de troonrede terugkeerde. De Jong — die professioneel ervaring heeft met maatschappelijke campagnes — zegt zelf verrast te zijn door de schaal van de respons en de politieke impact, maar niet door de morele betrokkenheid van donateurs: mensen blijken ontevreden over de status quo en willen verandering.
Met het opgehaalde geld zijn tot nu toe vooral posters en stickers gefinancierd om de boodschap zichtbaar te maken. De Jong en haar team werken aan een concreet bestedingsplan dat zowel preventie als directe hulp omvat; er komen financieringen voor beleidsinitiatieven en praktische projecten. In de eerste week van de actie sprak zij met tal van experts en sleutelpersonen — onder wie regeringscommissaris Mariëtte Hamer, voormalig burgemeester Ahmed Aboutaleb en organisaties als WOMEN Inc., Rutgers en Emancipator — om prioriteiten te bepalen en een samenhangende aanpak te formuleren.
De actie heeft ook effecten op lokaal beleid: Amsterdam maakte na de golf van publieke aandacht ruim 6 miljoen euro vrij voor maatregelen tegen geweld tegen vrouwen, waaronder betere straatverlichting, voorlichting voor jongeren en mannen, en uitbreiding van programma’s tegen seksuele intimidatie en geweld. De Jong erkent dat dit nog geen definitieve oplossing is, maar ziet het als belangrijke stappen richting meer vrouwveiligheid.
Persoonlijk heeft het initiatief een zware tol geëist op haar vrije tijd en welzijn; zij werkt nu al maanden bijna fulltime aan de campagne. Tegelijk voelt ze zich hoopvoller door de brede betrokkenheid, inclusief mannen die zich meer bewust werden van eenvoudige veiligheidsrituelen (zoals het delen van locaties). De campagne richt zich minder op blijvende zichtbaarheid van het merk dan op blijvende maatschappelijke verandering en het vasthouden van het onderwerp op de agenda.