Oppositie in Terneuzen weigert gesprek met Hugo de Jonge over vertrouwenscrisis asielopvang

In dit artikel:

In Terneuzen escaleert de bestuurscrisis in het stadhuis. Na de PVV weigeren ook 50Plus en Sociaal Terneuzen gesprekken met Commissaris van de Koning Hugo de Jonge over een vermeende vertrouwensbreuk: zij vinden dat de aandacht onterecht verschuift naar vermeende druk en intimidatie binnen de gemeenteraad.

De onrust begon bij een raadsvergadering over het plan om een asielzoekerscentrum te vestigen in het leegstaande Neckermanngebouw. 50Plus en Sociaal Terneuzen dienden toen samen een amendement in dat door 16 van de 29 aanwezige raadsleden werd gesteund. Ruim een week later besloten ook de wethouders zich bij dat raadsbesluit aan te sluiten; daarop concludeerde burgemeester Erik van Merrienboer dat hij de landelijke Spreidingswet, die gemeenten opvangplaatsen voor asielzoekers voorschrijft, niet kon uitvoeren en kondigde zijn vertrek aan vanwege de bestuurlijke impasse.

Direct na die bekendmaking riep Hugo de Jonge de burgemeester op aan te blijven en kondigde hij vertrouwelijke gesprekken met alle raadsleden aan, zowel individueel als in besloten verband, om te onderzoeken of stemmen 'zonder last' werden uitgebracht en of er signalen van beïnvloeding zijn. De PVV wees dat initiatief al af; 50Plus en Sociaal Terneuzen sloten zich daarna bij die afwijzing aan.

Sociaal Terneuzen, via fractievoorzitter Ingrid Wojtal, liet schriftelijk weten dat de huidige focus op druk en intimidatie verkeerd voelt. Ze benadrukt dat raadsleden die zich bedreigd voelden hier melding van hadden kunnen maken of aangifte kunnen doen, en ziet geen aanwijzingen dat de stemming onregelmatig verliep: slechts één raadslid stemde anders en lichtte zijn keuze toe, waarna de procedure gewoon doorging zonder dat college of organisatie signalen van onregelmatigheden gaven.

De zaak toont een botsing tussen lokale besluitvorming en landelijke verplichtingen, en laat zien hoe politieke wantrouwen en onenigheid over procedures kunnen leiden tot het vertrek van een burgemeester en tot inmenging door de Commissaris van de Koning.