Opnieuw zware confrontaties demonstranten en politie in Georgië
In dit artikel:
Duizenden demonstranten hebben opnieuw hun stem laten horen bij het parlement in Tbilisi, Georgië, uit protest tegen de beslissing van de regering om de EU-toetredingsonderhandelingen tot 2028 op te schorten. De situatie escaleerde toen sommige betogers de hekken rond het parlement probeerden te vernielen, wat leidde tot een ingrijpen door de politie met waterkanonnen en pepperspray.
Het merendeel van de Georgische bevolking steunt EU-lidmaatschap, iets dat ook in de grondwet is verankerd. De opschorting van de onderhandelingen zorgt voor toenemende woede en zorgen in de samenleving. Honderden ambtenaren hebben protestbrieven ondertekend en verschillende universiteiten hebben hun colleges stopgezet in solidariteit.
President Salome Zaorabisjvili, die als ceremoniële leider een beperkt politiek gewicht heeft, heeft zich ook bij de betogers aangesloten en beschrijft de regeringsactie als een oorlog tegen het eigen volk, terwijl ze de politie oproept om geweld te vermijden. Ook Elene Chosjtaria, een oppositieleider die gewond raakte, vergelijkt de politiehandelwijze met die in Rusland en Belarus en roept de internationale gemeenschap op om ondersteuning te bieden aan de demonstranten die opkomen voor Europese waarden.
De beslissing van de regeringspartij Georgische Droom om de onderhandelingen te bevriezen volgt na kritiek van het Europees Parlement over de Georgische verkiezingen, waarvan zij concluderen dat deze niet vrij en eerlijk waren. De regeringspartij beweert dat haar besluit noodzakelijk is omdat zij zich door de EU gechanteerd voelt, en dit komt te midden van eerdere controversiële wetgevingen die op Russische wetten zijn geïnspireerd.