Opnieuw strenge homowet in Afrika, maar ook tegenbeweging
In dit artikel:
Burkina Faso heeft recent een wet aangenomen die homoseksualiteit strafbaar stelt, een maatregel die de militaire junta al vorig jaar had aangekondigd als onderdeel van een brede hervorming van familierecht en burgerschap. Tot nu toe werd homoseksualiteit in het sociaal-conservatieve West-Afrikaanse land wel veroordeeld maar niet expliciet verboden. Burkina Faso is hiermee de nieuwste schakel in een reeks Afrikaanse landen die het strafrecht tegen lhbt+-mensen aanscherpen: buurland Mali voerde een soortgelijke wet in november 2024 in, Ghana werkt aan wetgeving en Uganda kent zelfs strafbaarstellingen met extreem zware straffen voor wat het „verergerde homoseksualiteit” noemt.
In meer dan dertig van de 54 Afrikaanse staten is homoseksualiteit strafbaar, soms als restant van koloniale wetgeving. Argumenten voor repressie variëren per land, maar vaak spelen het beroep op traditionele familiemoraal en het beeld van homoseksualiteit als „westerse import” een rol. Religieuze instellingen — zowel christelijk als islamitisch — oefenen grote invloed uit en publieke opinie is in veel landen sterk negatief, wat regelmatig leidt tot retoriek van leiders en soms tot geweld tegen lhbt+-gemeenschappen.
Tegelijk zijn er plekken en personen die tegen de trend ingaan. In het zuiden van het continent zien we voorzichtig liberaliserende stappen: in 2024 verklaarde het Hooggerechtshof van Namibië verouderde strafbepalingen ongrondwettig, en eerder decriminaliseerden onder andere Botswana, Angola, Mozambique en Mauritius homoseksualiteit. Individuen zoals de dochter van de Kameroense president maakten publiek bekend lesbisch te zijn en proberen zo stigma te doorbreken. Het resultaat is een diep verdeeld Afrika: Zuid-Afrika kent sinds 2006 het homohuwelijk, terwijl elders de wetgeving juist strenger wordt — een groeiende kloof tussen zuidelijke liberalisering en noordelijke/midden-Afrikaanse restricties.