Ophef rond Zwitserse Garde na antisemitisch spuugincident bij bezoek aan de Paus
In dit artikel:
Eind oktober, tijdens een pauselijke audiëntie in het Vaticaan ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de verklaring Nostra Aetate, ontstond commotie toen een lid van de Zwitserse Garde bij een toegang tot het Sint-Pietersplein naar een Joodse delegatie een minachtend gebaar zou hebben gemaakt. De delegatie, onder wie Vivian Liska, professor en directeur van het Institute of Jewish Studies in Antwerpen, meldde dat de bewaker eerst foto’s verbood, vervolgens iets in het Frans zou hebben gezegd en een spuuggebaar naar de groep maakte. Er ontstond daarop direct protest van de bezoekers.
Vervolgens benaderde een verantwoordelijke van de veiligheidsdienst de delegatie en bood excuses aan. De Zwitserse Garde heeft intern beeldmateriaal bekeken; volgens Liska waren de woorden daarop niet hoorbaar. Het Vaticaan bevestigde dat er een onderzoek is gestart naar het betrokken garde-lid. De garde, opgericht in 1506 en belast met de persoonlijke bescherming van de paus, legt strikte gedragsnormen op en distantieert zich van antisemitisme, aldus de woordvoerder.
De gebeurtenis viel samen met een bijeenkomst waarin paus Leo XIV het belang van Nostra Aetate benadrukte: de 1965-verklaring markeerde een omslag in de relatie tussen de rooms-katholieke kerk en het jodendom en verwierp collectieve schuldtoeschrijvingen aan Joden voor de kruisiging van Jezus. Het voorval onderstreept de gevoeligheid rond kerkelijke symboliek en interreligieuze betrekkingen en heeft geleid tot nadere uitleg en een officieel onderzoek binnen de Zwitserse Garde.