Op papier zijn er genoeg leraren, toch groeien de klassen juist

dinsdag, 9 september 2025 (06:34) - Trouw

In dit artikel:

D66 en SP willen klassen met dertig of meer leerlingen verbieden en uiteindelijk een maximum van 21 kinderen per klas invoeren. Het voorstel is nog niet ingediend, maar stuit direct op scepsis omdat Nederland al kampt met een structureel lerarentekort.

Een recente analyse in het economievakblad ESB door onderzoekers van het ministerie van Financiën toont dat er op papier juist meer onderwijspersoneel per leerling is dan ooit: inclusief ondersteunend personeel is de personeelsomvang sinds 2006 toegenomen. Waar in 2010 gemiddeld één docent of onderwijsassistent beschikbaar was voor elke 16 leerlingen, was dat in 2021 één personeelslid per 14,5 leerlingen. Met andere woorden: volgens de cijfers lijkt kleinere klassenvorming in principe haalbaar.

De praktijk op scholen wijkt echter af. De Algemene Onderwijsbond (AOb) en schoolleiders signaleren een tekort van ongeveer 10.000 voltijdbanen. Dat verschil verklaren zij onder meer doordat leraren de laatste twintig jaar veel extra taken kregen (zoals leerlingvolgsystemen, persoonlijke leerplannen en intensiever oudercontact) én omdat veel kinderen extra zorg vragen; basisschoolleraren geven aan dat gemiddeld acht leerlingen per klas extra ondersteuning nodig hebben. Daardoor blijft de werkdruk hoog, ook bij relatief lage leerling‑leraarverhoudingen.

Er zijn bovendien sterke regionale ongelijkheden. Hoogleraar Inge de Wolf laat zien dat in de vijf grote steden de klassen tussen 2016 en 2022 gemiddeld met ongeveer één leerling zijn gegroeid, vooral bij scholen met veel achterstanden. Tegelijkertijd konden scholen met weinig achterstanden hun klassen verkleinen (van circa 21 naar 18 leerlingen). Extra gelden voor uitdagende scholen blijken de laatste jaren vaker te resulteren in meer assistenten dan in extra bevoegde leraren.

Het toenemende gebruik van ondersteunend personeel wordt gezien als noodoplossing, niet als vervanging van gekwalificeerde docenten. De Wolf waarschuwt dat een wettelijk maximum vooral elitescholen kan raken en het probleem van scheve verdeling van leraren kan verergeren. Als tegengif noemt zij onconventionele prikkels om werken op uitdagende scholen aantrekkelijker te maken (bijvoorbeeld huisvesting, schuldkwijtschelding of hogere status).

De AOb onderzoekt de cijfers verder — onder meer of langdurig uitgevallen leraren meegeteld zijn — en wetenschappers twijfelen of terugkeer van eerder vertrokken collega’s het tekort volledig kan oplossen. Kortom: op papier is er meer personeel per leerling, maar in de klas blijft de tekortsituatie door taakverzwaring, extra ondersteuningsbehoefte en ongelijke personeelsverdeling.