Op Margraten zijn twee panelen over zwarte Amerikaanse bevrijders van Nederland opeens weg. 'Past bij beleid van de regering-Trump'
In dit artikel:
In het bezoekerscentrum van de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats in Margraten zijn dit jaar stilletjes twee panelen verdwenen die aandacht besteedden aan de rol van Afro‑Amerikaanse militairen bij de bevrijding van Europa. De panelen, vorig jaar pas aan de expositie toegevoegd, belichtten enerzijds de vaak gesegregeerde positie van zwarte dienstplichtigen — die vanwege discriminatie veelal ondersteunend werk deden en zo ‘aan twee fronten’ vochten tegen zowel de vijand als racisme — en anderzijds het persoonlijke verhaal van George H. Pruitt (1922–1945), die op 10 juni 1945 verdronk bij een reddingspoging.
Het ereveld in Margraten, waar meer dan 8.000 Amerikaanse soldaten rusten en ruim 1.700 vermisten vermeld worden, kreeg eind 2023 een bezoekerscentrum met een permanente tentoonstelling over de bevrijding. Naar aanleiding van verzoeken — onder anderen van de Amerikaanse ambassadeur onder Biden en een vertegenwoordiger van de American Battle Monuments Commission (ABMC), die de begraafplaats beheert — waren in 2024 extra elementen toegevoegd om ook zwarte soldaten te belichten. Naast de verdwenen panelen zijn in de expositie nu nog korte fragmenten in een documentaire, twee portretten tussen honderden foto’s en verwijzingen naar Willie F. James Jr. (postuum onderscheiden met de Medal of Honor) te vinden. Opvallend is dat bij vijf onderscheiden witte militairen een portret hangt, terwijl bij James alleen zijn grafsteen is afgebeeld, hoewel er wel foto’s van hem bestaan.
De ABMC, een onafhankelijk Amerikaans agentschap gevestigd in Parijs dat de begraafplaats beheert (de grond is in eeuwigdurige bruikleen van Nederland aan de VS gegeven), zegt dat wisseltentoonstellingen bedoeld zijn om verhalen te rouleren en meldt dat het Pruitt‑paneel tijdelijk niet zichtbaar is. Over waarom het paneel over de grafdelvers is verwijderd geeft de organisatie geen duidelijke uitleg.
Historici en activisten reageren verontwaardigd. NIOD‑onderzoeker Kees Ribbens noemt de verdwijning zorgwekkend en plaatst die in een bredere context van kritiek op beleid rond diversiteit bij Amerikaanse instellingen. Mieke Kirkels en de stichting Black Liberators in the Netherlands wijzen erop dat Afro‑Amerikaanse soldaten een substantieel aandeel hadden in de bevrijding en ook een belangrijke rol hebben gespeeld bij de aanleg van begraafplaatsen als Margraten. Theo Bovens (voorzitter van Black Liberators in the Netherlands en CDA‑fractievoorzitter in de Eerste Kamer) benadrukt dat ongeveer 12,5% van de Amerikaanse bevrijders van Afro‑Amerikaanse origine was en dat 172 van hen in Margraten begraven liggen; hij wil het onderwerp aankaarten bij de nieuwe Amerikaanse ambassadeur Joe Popolo.
De zaak raakt aan bredere debatten over herinneringscultuur: wie wordt zichtbaar gemaakt in openbare historische vertellingen en hoe erkenning voor gemarginaliseerde groepen wordt gegarandeerd.