Op IJburg zoekt een boortoren naar aardwarmte voor het Amsterdamse warmtenet
In dit artikel:
Op het uiterste puntje van IJburg staat deze zomer een boortoren die tot ongeveer 2.000 meter diepte gaat boren om te onderzoeken of de ondergrond rond Amsterdam en Almere geschikt is voor geothermie — het oppompen van warm water uit diepe zandsteenlagen voor stadsverwarming. De boring, uitgevoerd door Energie Beheer Nederland (EBN) met tien tot twintig specialisten uit Oostenrijk, duurt naar verwachting 8–10 weken; daarop volgt uitgebreid seismisch onderzoek in een groter zoekgebied.
Doel en aanleiding: als in de Boven-Rotliegend Groep, verwacht op 1.810–1.940 meter diepte, waterdoorlatend zandsteen wordt aangetroffen, zou dat ideaal zijn om water op te slaan en warm te leveren aan het warmtenet van Vattenfall. Met elke kilometer dieper stijgt de temperatuur ongeveer dertig graden, waardoor diepe lagen bruikbaar kunnen zijn voor verwarming. De ambitie is dat al vanaf 2030 geothermie bijdraagt aan de warmtevoorziening in de regio; in toekomstscenario’s kan ongeveer een kwart van Amsterdamse warmte uit aardwarmte komen.
Onderzoek en methode: na de proefboring op IJburg volgt in een gebied van circa 160 km² rond Amsterdam-Zuidoost het grootste seismische onderzoek van Nederland. Met geluidsgolven om de 20–40 meter wordt de ondergrond driedimensionaal in kaart gebracht. Eerdere proefboringen, zoals twee jaar geleden bij Ouderkerk aan de Amstel, gaven al hoopgevende resultaten, maar geologische variatie betekent dat nabijgelegen gebieden andere uitkomsten kunnen hebben. Zoals EBN-programmamanager Gitta Zaalberg zegt: “Wat is er mooier dan energie van onder onze voeten?”
Ruimtelijke en logistieke uitdagingen: opereerbare boorlocaties (zogeheten doubletten) vragen veel ruimte — ruwweg een voetbalveld per locatie — wat binnen de A10 lastig te vinden is. Bovendien is het niet de bedoeling op Strandeiland zelf warmte te winnen; de proefput wordt na enkele maanden afgedicht en overgedragen voor woningbouw. Concrete winninglocaties worden pas over enkele jaren gekozen; er wordt gerekend op verdere boringen over ongeveer vijf jaar.
Rollen en financiering: EBN brengt geologische kennis bijeen en verlaagt daarmee het investeringsrisico voor marktpartijen. Vattenfall wil de warmte afnemen maar treedt niet op als geothermie-operator; warmtedirecteur Ahmed Abdisalaam benadrukt dat het bedrijf specialistische winning niet zelf gaat doen. De provincie Noord-Holland en de rijksoverheid financieren delen van het seismisch onderzoek; gedeputeerde Rosan Kocken noemt het een overheidstaak vanwege de hoge onzekerheid en het publieke belang. EBN sluit niet uit later zelf meer verantwoordelijkheid te nemen als de markt of transitie vastlopen.
Belangrijkste risico’s en toegevoegde waarde: als de ondergrond ongeschikt blijkt, moet de regio fors inzetten op isolatie en elektrische warmtepompen, wat druk op het elektriciteitsnet geeft. Geothermie kan juist die netten ontlasten en een stabiele grootschalige warmtebron bieden. De techniek is niet nieuw — voorbeelden bestaan in Den Haag, Parijs en München — maar de uitkomst voor Amsterdam hangt volledig af van wat de boringen en seismiek opleveren.