Op deze manier delft Europa het onderspit in de zenuwenoorlog van Poetin
In dit artikel:
Het tv-programma Netwerk ontdekte dat enkele Nederlandse providers en sociale-mediabedrijven de EU-sancties tegen Russische mediakanalen niet strikt naleven: verboden content zoals bepaalde satellietzenders, websites en sociale platforms blijft via verschillende kanalen bereikbaar. Dat probleem maakt duidelijk dat informatievoorziening in oorlogstijd niet alleen een technisch of juridisch vraagstuk is, maar ook een strategische kwetsbaarheid.
Wie wil weten welk beeld het Kremlin aan zijn eigen bevolking voorschotelt, kan dat eenvoudig zelf nagaan via Russische bronnen die nog bereikbaar zijn — bijvoorbeeld filmarchieven op YouTube of kranten als Komsomolskaja Pravda en Moskovskij Komsomolets — en met vertaaldiensten redelijk inzicht krijgen in de Kremlin-narratieven. Dergelijke bronnen zijn waardevol om het karakter van de tegenstander te begrijpen: volgens de schrijver is Rusland niet louter een militaire bedreiging maar ook een ideologische macht die een autoritair, nationalistisch en anti-liberale staatsideologie exporteert, met onderdrukking van tegenstanders en minderheden als duidelijk teken.
Historisch refereert de tekst aan de keuze van geallieerden in WOII om vijandelijke propaganda beschikbaar te laten en er soms zelfs om te lachen; de suggestie is dat democratieën nu eveneens niet primair moeten censureren, maar het informatieveld moeten benutten. De hoofdopvatting is dat het Westen proactiever moet zijn: een grootschalige “offensief” via radio, televisie en internet om vrijheid, feiten en analyses aan Russische burgers te brengen en elektronische blokkades te doorbreken.
Er zijn al initiatieven — BBC, Deutsche Welle, France24 en onafhankelijke Russische titels zoals TV Rain en Moscow Times — maar die zijn volgens de auteur onvoldoende van schaal. Hij pleit ervoor middelen uit de grote defensiebudgetten (er wordt gerefereerd aan die ‘achthonderd miljard’) te reserveren voor een brede mediacampagne en zo nodig technische expertise, ook uit hackerkringen, in te zetten om barrières in Rusland te omzeilen.
Tenslotte wijst de auteur erop dat binnenlandse politieke kwesties in Nederland niet naar de achtergrond mogen verdwijnen (toeslagenschandaal, Groninger gaskwestie) en noemt hij de PVV een extreemrechtse partij. Voor wie meer wil, wordt ook de podcast Het Geheugenpaleis genoemd als verdere achtergrond.