Oostenrijk: Boycot songfestival dom en nutteloos

In dit artikel:

Meerdere landen hebben gedreigd het Eurovisie Songfestival 2026 te boycotten als Israël mag meedoen, wat in Oostenrijk scherpe reacties oproept. Sepp Schellborn, een hoge ambtenaar van het Oostenrijkse ministerie van Buitenlandse Zaken, noemde die boycots in een interview "dom en nutteloos" en waarschuwde ervoor muziek en cultuur niet te verwarren met politieke conflicten.

Nederland kondigde vorige week aan niet deel te nemen zolang Israël welkom blijft; de omroep AVROTROS motiveert dat besluit met verwijzingen naar het aanhoudende menselijk leed in Gaza, zorgen over persvrijheid en vermeende inmenging van de Israëlische regering bij de vorige editie. Ierland, Slovenië, IJsland en Spanje hebben zich bij die weigering aangesloten, waarmee inmiddels vijf landen concreet hebben aangegeven weg te blijven.

De Europese omroepunie EBU, organisator van het festival, moet voor eind december beslissen welke landen officieel kunnen deelnemen. Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Beate Meinl-Reisinger benadrukte via sociale media dat het Songfestival juist een teken van vrede, eenheid en culturele uitwisseling behoort te zijn en niet als sanctie-instrument gebruikt moet worden. In een brief aan Europese collega’s riep ze op om verdeeldheid binnen de EBU te vermijden en samen naar actie te zoeken die daadwerkelijk bijdraagt aan verbetering voor mensen in Israël en Gaza.

De kwestie legt een spanningsveld bloot tussen landen die morele bezwaren uiten en organisatoren die vrezen voor het uithollen van het oorspronkelijke culturele doel van het festival. De komende maanden zal moeten blijken of er een breuk in het deelnemersveld ontstaat of dat de EBU een compromis weet te smeden.