Ook voor jongeren lonkt in Bangladesh de macht
In dit artikel:
Arshad Hossain Siddiqui, een Bengaalse politiek analist die inmiddels asiel heeft gekregen in Duitsland, vertelt hoe hij een jaar voor de val van premier Sheikh Hasina uit Bangladesh vluchtte omdat hij door veiligheidsdiensten werd opgevolgd. Vanuit het buitenland bleef hij schrijven over wat hij de “Gen Z-revolutie” noemt: grootschalige, digitaal georganiseerde jongerenbewegingen in Zuid-Azië — onder meer in Bangladesh, Sri Lanka en Nepal — die via sociale media traditionele machtsstructuren uitdagen en zich fel verzetten tegen corruptie en nepotisme.
In Bangladesh begon het protest als verzet tegen oneerlijke banenquota bij de overheid en groeide het uit tot een bredere eis voor economische rechtvaardigheid en democratische hervorming. Volgens Arshad onderscheiden jongeren zich door betere opleiding, mondigheid en een lagere angst voor autoriteit; voor hen is corruptie geen given maar een bedreiging voor hun toekomst. Tegelijkertijd waarschuwt hij dat idealen snel in botsing komen met de realiteit van politieke macht: na de val van Hasina in 2024 namen veel jonge leiders ministersposten en hoge functies aan, misten ervaring en werden ze deels geassimileerd door bestaande elites.
Die coöptatie leidde tot teleurstelling: hervormingen stokten, economische problemen bleven en interne verdeeldheid sloop in de beweging. Arshad benadrukt dat Bangladesh een rijke traditie van idealistische studentenprotesten kent, maar dat de huidige generatie soms met argwaan wordt bekeken omdat carrièreoverwegingen zichtbaar worden. Hij blijft hoopvol over de potentie van Gen Z, mits jongeren leren hoe ze instituties kunnen opbouwen en macht kunnen weerstaan. Zijn afsluitende gedachte: “De revolutie begint niet met het grijpen van de macht. Ze begint met de moed om haar te laten liggen.”