Ook openbaar vervoer en telecombedrijven krijgen voorrang op vol stroomnet
In dit artikel:
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft openbaar vervoer en telecommunicatie vanaf 1 januari officieel aangemerkt als 'basisbehoeften' die bij het verdelen van schaarse transportcapaciteit op het Nederlandse stroomnet voorrang krijgen. Ook gedeelde woonvormen voor bijvoorbeeld zorg of opvang horen tot deze categorie.
De maatregel komt voort uit de groeiende netcongestie: door gebrek aan capaciteit in kabels ontstaan lange wachtrijen voor aansluiting. ACM-bestuurslid Manon Leijten wijst erop dat veel partijen steeds langer moeten wachten om elektriciteit te krijgen. Eerder voerden veertien partijen, waaronder telecombedrijven en de Nederlandse Spoorwegen, juridische actie tegen de voorrangsregels; een rechter gaf toen aan dat ACM haar keuzes beter moest onderbouwen. De toezichthouder heeft daarop objectieve criteria vastgesteld om prioriteiten vast te leggen.
ACM legt de prioritering in fasen vast. Eerst worden projecten aangesloten die zelf extra ruimte op het net creëren. Daarna krijgen sectoren met een cruciale maatschappelijke functie voorrang — denk aan woningbouw, ziekenhuizen, scholen en defensie — om continuïteit van vitale diensten te waarborgen. Basisbehoeften zoals onderwijs, woningbouw en nu ook openbaar vervoer en telecom volgen in een volgende categorie; vanwege het grote woningtekort worden alle vormen van bewoning meegenomen.
Praktisch betekent dit dat telecomnetwerken en vervoersprojecten bij het toewijzen van beperkte aansluitcapaciteit eerder aan de beurt komen, wat de uitrol van diensten kan versnellen maar tegelijkertijd voor andere aanvragers tot langere wachttijden kan leiden.