Ook in de plannen voor cultuur is de polarisering te zien
In dit artikel:
Cultuur verschijnt deze verkiezingscampagne nauwelijks in het debat, maar de schaarse passages in partijprogramma’s tonen des te scherper welke toekomstbeelden partijen van Nederland hebben. Aan de hand van cultuurbeleid — inclusief het voorstel voor een Nationaal Historisch Museum dat opnieuw opduikt in programma’s van SP en NSC — worden twee tegengestelde visies op nationale identiteit zichtbaar: een progressieve, veranderlijke blik tegenover een conservatieve, behoudende houding.
Progressief blok: cultuur als motor voor verandering
Partijen als SP, NSC, GroenLinks-PvdA, D66, Volt, ChristenUnie, PvdD en Denk zien cultuur en erfgoed als instrumenten om te reflecteren op het verleden en maatschappelijke ongelijkheid aan te pakken. Zij pleiten voor meer toegankelijkheid, diversiteit en ondersteuning van makers, en willen cultuur dichter bij jongeren en regio’s brengen. Voorbeelden uit de programma’s:
- gratis toegang tot musea of cultuur voor jongeren onder 26 (Volt);
- minstens één gratis dag per week in rijks- en regionale musea (SP);
- stimulering van diversiteit, eerlijke vergoedingen en regionale cultuurondersteuning (PvdD, NSC, PvdA-GL, D66).
In een door dit blok bestuurd Nationaal Historisch Museum zouden sleutelfiguren uit de vaderlandse canon niet verdwijnen, maar context krijgen: aandacht voor koloniale misstanden, slavernij, migratie, en veranderingen in tradities zoals de discussie rond Zwarte Piet.
Conservatief blok: cultuur als erfgoed en identiteit
PVV, BBB, FvD, JA21 en SGP vertegenwoordigen een visie waarbij cultuur stevigheid en continuïteit moet bieden. Historische figuren en nationale symbolen verdienen eerherstel; kritiek op koloniale helden wordt vaak als overdreven bestempeld. Hun voorstellen omvatten bijvoorbeeld:
- financiering van plattelands- en streekcultuur (BBB);
- minder overheidsgeld naar uitvoerende kunsten (Ja21);
- intrekken van excuses voor slavernij en politionele acties (PVV);
- structurele subsidie voor monumentale kerkgebouwen (SGP).
Hier moet kunst het nationale gevoel bevestigen en ‘geworteld’ zijn in tradities zoals bloemencorso’s, fanfare en dialectpoëzie.
Gemengde posities en institutionele twistpunten
CDA en VVD zitten tussen beide kampen in: zij waarderen traditie en nationale symbolen, maar erkennen ook de problematische kanten van het koloniale verleden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bevestigt de scherpe breuklijnen: partijen staan tegenover elkaar tussen een ‘solidariteitsvisie’ die ruimte biedt aan minderheden en een visie die de Nederlandse cultuur centraal stelt.
Concrete twistpunten betreffen de publieke omroep en desinformatie. Conservatieve partijen (PVV, Ja21, SGP) willen de NPO bijsturen, terugschalen of zelfs afschaffen; progressieven willen de publieke omroepen juist versterken om te concurreren met internationale streamingdienst en digitale macht. Ook bij desinformatie lopen analyses uiteen: progressieven wijzen op trollen en buitenlandse beïnvloeding, conservatieven wantrouwen publiekmedia zelf.
Breed gedeelde aandacht voor regio’s en bibliotheken
Ondanks de ideologische kloof is er overlap: veel partijen willen meer cultuurbedragen naar regio’s buiten de Randstad en aandacht voor regionale talen en tradities. Bibliotheken scoorden eveneens veel steun — veel partijen pleiten voor gratis of ten minste goede bibliotheekvoorzieningen in elke gemeente — al ontbreken bibliotheken expliciet in programma’s van Ja21, PVV en FvD.
Conclusie en praktische implicatie
Wat partijen concreet met cultuur willen, zegt veel over het soort Nederland dat zij voor ogen hebben. Of het Nationaal Historisch Museum er komt of niet, het debat eromheen laat zien dat cultuurbeleid geen bijzaak is, maar een kernvraagstuk over identiteit, herinnering en wie er binnen de natie mee mag spreken. Op 29 oktober stemmen Nederlanders; de cultuurparagrafen in de programma’s geven een duidelijk beeld van de keuzes die daarbij op het spel staan.