Ook hoge omes doneert er seins lustig op los
In dit artikel:
In een kort, humoristisch dorpstafereel in Drenthe raken de weduwe Minie Moesker‑Hemel en haar geëmigreerde “cleansister” Ruby Heavens‑Farmerman in gesprek over zaaddonorschap als middel om kinderen te krijgen. Ruby, die sterk Amerikaans spreekt, maakt van Donald Trump de grapachtige figuur “Donor J. Trump” en beweert dat hij royaal doneert — zogenaamd twee keer per dag — maar uitsluitend ten bate van heteroseksuele vrouwen en met het oog op toekomstige militairen (“To Make the Army Great Again”). Minie reageert kritisch en spot met Trumps vermeende ouderdom en mannelijke capaciteiten, en vergelijkt de Amerikaanse opschepperigheid spottend met hun eigen, vermoeide president Dirk Sloof.
Het gesprek wordt onderbroken door de buurman Wim Knien, een zelfslachtende konijnenfokker, die met een bloedig mes een vers konijntje aanbiedt. Hij waarschuwt tegelijk over dierenwelzijnsinspecties en merkt droog op dat er genoeg klandizie is — onder meer het lokale “Catshuus” en zelfs gasten van president Sloof, die kennelijk graag konijn eten. Zijn theatrale vertrek, inclusief het nogmaals tonen van het mes, onderstreept de licht macabere, komische toon van het stukje.
Het verhaal combineert boerenplat en Engels, en werkt als een satirische blik op kleinstedelijke roddel, politieke idolatrie en alledaagse zaken als vruchtbaarheidsvragen en lokale handel in vlees. De tekst speelt met contrasten tussen grootse Amerikaanse retoriek en nuchtere dorpspraktijk.