Onze rechtsstaat is niet op het gevaar van autocratie voorbereid, zegt deze hoogleraar rechtspleging

zondag, 5 oktober 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Jonathan Soeharno, hoogleraar rechtspleging aan de Universiteit van Amsterdam en advocaat bij De Brauw, waarschuwt dat de Nederlandse rechtspraak kwetsbaarder is dan vaak wordt gedacht. In zijn onlangs verschenen essay De mooiweerrechtsstaat en tijdens een toespraak in Sint‑Petersburg (2018) betoogt hij dat de organisatorische onafhankelijkheid van de rechterlijke macht sinds de hervorming van 2002 sterk is uitgehold: de minister van Justitie en Veiligheid staat bovenaan een hiërarchie waarin zowel leden van de Raad voor de Rechtspraak als presidents van gerechten op zijn voordracht benoemd worden, hij kan bindende aanwijzingen geven en beslissingen vernietigen, en de begroting van de rechtspraak valt volledig onder het ministerie.

Soeharno illustreert dit met twee gevolgen. Ten eerste geeft het beleidsmodel van outputfinanciering — waarbij rechtbanken worden betaald naar aantal afgedane zaken — prikkels die de kwaliteit van rechtspraak aantasten: minder voorbereidingstijd, minder zittingen en slordigere vonnissen. Ontvankelijkheid van rechters voor druk uit de organisatie leidde jarenlang tot weinig verzet; pas in 2023 dreigden rechters met acties. Ten tweede heeft politieke bemoeienis en publieke discours geleid tot afkalvend respect voor de scheiding der machten: partijen en politici spreken openlijk over “falende rechters”, negeren advies van de Raad van State (voorbeeld: voorgestelde wijziging rond voorrang voor statushouders) of willen organisaties verbieden met politieke moties (Antifa-voorstel van FvD). Dat ondermijnt het vertrouwen van grote groepen burgers.

Soeharno wijst ook op sociale ongelijkheid als bron van wantrouwen: bezuinigingen op sociale rechtsbijstand, sluiting van lokale rechtbanken (rond 2013) en de nasleep van de toeslagenaffaire laten zien dat de rechtsstaat niet altijd bereikbaar is voor kansarmen en plattelandsbewoners. Hij pleit zowel voor institutionele hervorming als voor verbetering van toegankelijkheid: de ‘navelstreng’ tussen minister en rechtspraak moet worden doorgeknipt — concrete stappen zijn het weghalen van de ministeriële rol bij benoemingen van presidents en Raad‑leden en het afschaffen van ministeriële goedkeuring van begrotingen. Volgens Soeharno kunnen zulke maatregelen via relatief simpele wetswijzigingen worden bereikt; dit idee heeft brede steun binnen het CDA en staat dicht bij onderdelen van het partijprogramma.

Als aanvullende maatregelen noemt hij herstel van rechtsbijstand en actieve inspanningen om de relatie met burgers te herstellen (bijvoorbeeld outreach van rechters), zodat wantrouwen kan dalen. Ook uit eigen praktijk: zijn kantoor De Brauw draagt bij door juristen vrij te maken voor sociale huurzaken. De kern van Soeharnos boodschap is urgent: juridische onafhankelijkheid is niet alleen een culturele gewoonte maar vereist harde, wettelijke waarborgen en betere toegang tot rechtspraak om autoriteitsmisbruik en erosie van vertrouwen te voorkomen.