Onze onthullingen over CO₂-compensatie begonnen bij een mysterieus pakketje

woensdag, 27 augustus 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Eind 2022 belandde een geheimzinnig pakketje op de redactie van Follow the Money met interne documenten over South Pole, een Zwitsers klimaatbedrijf dat zich presenteerde als ’s werelds grootste klimaatadviseur en miljoenen verdiende aan klanten als Gucci, Prada, Porsche en Volkswagen. De dossiers gaven de onderzoekers toegang tot de handelswijze van een van de machtigste spelers op de vrijwillige koolstofmarkt — een grotendeels ongereguleerde markt waarin bedrijven CO₂-kredieten kopen om hun eigen uitstoot te compenseren.

Journalisten Bart Crezee, Mira Sys en Ties Gijzel doken in de materiaalstroom en legden het verdienmodel van South Pole bloot. Centraal stond het Kariba-project in Zimbabwe, een bosbeschermingsprogramma over een gebied ter grootte van Gelderland. South Pole verkocht de vermeende vermeden CO₂-uitstoot van dat bos voor tientallen miljoenen euro’s aan klanten, en stelde daarmee dat het klimaatwinst boekte én lokale natuur en gemeenschappen beschermde. In ruil zouden lokale bewoners trainingen en voorzieningen krijgen; South Pole claimde eigendom van de bijbehorende ‘CO₂-rechten’.

De FTM-onderzoekers ontdekten echter dat de fundamenten van die claims wankelden. Satellietdata, projectberekeningen en contracten wezen erop dat het bos veel minder bedreigd was dan South Pole had voorgesteld, wat betekent dat een groot deel van de verkochte CO₂-kredieten niet ‘additioneel’ was maar fictief — FTM schat dat meer dan 60 procent van de geclaimde besparing niet klopte. Bovendien bleek de financiële verantwoording van het project zodanig lek dat onduidelijk was hoeveel geld daadwerkelijk naar lokale initiatieven vloeide. Ook doemde een ethisch probleem op: in plaats van beschermd te worden, werden dieren in het gebied door buitenlandse trofeejagers gedood, ondanks de projectbeloften.

De internationale publiciteit — mede mogelijk door samenwerking met journalisten in Zwitserland, de VS, Zimbabwe, het VK en Duitsland — leidde tot reputatieschade voor South Pole. Na aanvankelijk ontkennen trad de ceo eind 2023 af, werd het Kariba-project verkocht en beloofde het bedrijf verbeterde risicobeoordeling en personeelsaanpassingen.

FTM gebruikte het onderzoek naar South Pole als ingang voor een breder dossier over de koolstofmarkt. De redactie onderzocht meerdere projecten die, net als Kariba, klimaatwinst beloofden maar vaak onvoldoende leverden: beschermde bossen die niet daadwerkelijk kappen voorkwamen, energieprojecten met overschatte vermeden emissies, en nieuwe handelsproducten zoals biodiversiteitskredieten en ‘plastic neutraal’-verklaringen. Soms leidden financiële prikkels en gebrek aan extern toezicht tot grootschalige greenwashing: veel verhandelde credits werden verkocht zonder dat ze garantie boden op blijvende of extra uitstootreductie.

De bevindingen sluiten aan bij wetenschappelijke kritiek op vrijwillige compensatie: begrippen als additionaliteit, permanentie en leakage zijn lastig betrouwbaar te verifiëren en maken de markt kwetsbaar voor misbruik. Tegelijk omarmen ook overheden vormen van compensatie — Nederland compenseert al decennia, de VN faciliteert internationaal compensatieverkeer en de EU onderzoekt mogelijkheden — waardoor het onderwerp alleen maar meer urgent wordt.

FTM werkt de onderzoeksreeks uit tot een boek over de veelvormige praktijk van compensatie (van boomaanplant tot meer excentrieke voorstellen zoals zogenoemde ‘borstvoedingcredits’). De centrale vraag die uit de reportage naar voren komt is fundamenteel: lossen verhandelbare CO₂- en biodiversiteitskredieten echt het klimaatprobleem op, of vormen ze een commerciële aflaat die bedrijven en landen in staat stelt hun eigen emissies te blijven rechtvaardigen? Wie profiteert van de transitie naar groen, en wordt de wereld daar daadwerkelijk beter van?