Onze klimaatproblemen oplossen in Afrika? Dat blijkt lastiger dan gedacht
In dit artikel:
Vijf jaar geleden werd groene waterstof uit zon- en windrijke landen als Namibië gezien als dé sleutel voor Europa om klimaatdoelen van het Parijs-akkoord te halen. Op de Global African Hydrogen Summit in Windhoek (september) kwamen ongeveer 1.500 ondernemers, investeerders, politici en ambtenaren bijeen, maar de euforie heeft plaatsgemaakt voor twijfel en uitstel. Waar eerder landen als Duitsland en Nederland leidend waren in de Europese Green Deal en wilden inzetten op grootschalige import van “schone” waterstof, stokt de uitvoering nu op meerdere fronten.
Wat was het plan?
Het idee: in dunbevolkte, zon- en windrijke landen als Namibië goedkope hernieuwbare stroom gebruiken om waterstof te produceren, die vervolgens als ammoniak of vloeibare waterstof per schip naar Europa wordt vervoerd en daar wordt omgezet (‘gekrakt’) tot bruikbare waterstof. Projecten als Hyphen — een joint-venture van Duitse, Britse en Namibische partijen — beloven grootschalige export vanuit de woestijn bij Lüderitz, met honderden windturbines, 60 km² zonnepanelen en investeringen van ongeveer 10 miljard euro. Hyphen mikte op productie vanaf 2029 en jaarlijks een miljoen ton groene ammoniak, later verdubbeld — goed voor circa 350.000 ton waterstof, ongeveer 3,5 procent van de EU-doelstelling voor 2030.
Waarom stokt het?
- Economische haalbaarheid: import van groen waterstof blijkt veel duurder dan verwacht. Transport en omzettingen zijn inefficiënt: omzetting naar ammoniak en terug ‘kraken’ verliest soms meer dan de helft van de oorspronkelijk opgewekte energie, en vloeibare waterstof vereist veel meer schepen dan aardgas. Daardoor komt de prijs in 2030 naar verwachting hoger uit dan concurrerende energiebronnen, waardoor potentiële Europese afnemers afhaken.
- Investeerders trekken zich terug of wachten af. Grote namen als RWE hebben zich uit het project teruggetrokken; havenbedrijven, waaronder Rotterdam, houden voorlopig de hand op de knip. Van veertien aangekondigde projecten in Namibië bereikten er volgens onderzoekscollectieven maar drie de pilotfase.
- Politiek en beleid: de Europese Rekenkamer oordeelde eind 2024 dat de Commissie onrealistische import- en productiedoelstellingen stelde. In Duitsland heeft de machtswisseling geleid tot een rem op de ambitie; de nieuwe regering voerde een ‘realitycheck’ uit en stelde sommige plannen bij. Subsidiëring of verplichte groene brandstofgebruik-regels zouden de businesscase kunnen ondersteunen, maar die oplossingen stuiten op politieke en concurrentiegerelateerde bezwaren.
- Lokale en ethische vragen: critici waarschuwen dat het exportmodel lokale elektriciteitsbehoeften negeert en leidt tot ‘champagne-energie’ voor westerse markten, terwijl inwoners in Zuidelijk Afrika blijven kampen met beperkte toegang tot stroom. Er is discussie over wie profiteert en hoe economisch duurzaam grootschalige export überhaupt is.
Gevolgen voor Namibië en lokale reacties
De ambities wekten hoge verwachtingen in plaatsen als Lüderitz: banen, infrastructuur en stadsontwikkeling werden beloofd. Hyphen zou in de bouwfase 15.000 banen leveren en daarna 3.000 vaste arbeidsplaatsen. Toch heerst onzekerheid: lokale bewoners en ondernemers zien weinig tastbaars; bestuurders klagen over gebrekkige communicatie. De directeur van het Namibia Green Hydrogen Programme stapte in november onverwacht op, en er zijn signalen dat de huidige president minder enthousiast is dan haar voorganger. Tegelijkertijd groeit in Namibië een debat over groene industrialisering: kleinschalige projecten zoals HyIron (groen staal) en productie van groene mest tonen dat sommige initiatieven wel lokaal nut kunnen hebben.
Toekomstperspectief
De Europese Commissie benadrukt dat de ambitie blijft bestaan en dat de vraag naar schone waterstof in dit decennium zal groeien, vooral na 2030. Binnen twee jaar willen EU-vertegenwoordigers definitieve investeringsbeslissingen zien. Voorstanders zeggen dat de sector een lange adem vereist en vergelijken de huidige terugval met eerdere moeizame groeifasen van andere hernieuwbare technieken. Tegenstanders, zoals sommige energieanalisten en milieuactivisten, noemen het project economisch onverantwoord en pleiten ervoor energie lokaal te gebruiken in plaats van te exporteren.
Kernconclusie
De waterstofagenda van Namibië illustreert een bredere spanning tussen ambitie en realiteit: technisch en politiek is grootschalige export van groene waterstof complex en vaak duurder dan alternatief; investeerders zijn terughoudend; lokale baten blijven onzeker. Tegelijkertijd ontstaan kansen voor regionale, kleinschalige verduurzaming en industrialisering. Of projecten als Hyphen daadwerkelijk zullen uitgroeien tot grootschalige exporteurs die iets substantieels bijdragen aan Europese klimaatdoelen, blijft vooralsnog onduidelijk.