Ontbreken regie was groot probleem bij instorten parkeergarage Nieuwegein

In dit artikel:

De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeert in haar rapport over de ingestorte parkeergarage in Nieuwegein (mei 2024) dat het ontbreken van regie en gezamenlijke verantwoordelijkheid een serieus veiligheidsrisico vormt bij de bouw van gebouwen. Op 26 mei stortte de bovenste hellingbaan van de garage bij het ziekenhuis in, waardoor ook de onderliggende banen mee naar beneden kwamen. Hoewel er geen slachtoffers vielen, ontstond er aanzienlijke materiële schade aan meer dan honderd geparkeerde auto's.

Het instorten werd veroorzaakt door zwak ontworpen en anders uitgevoerde verbindingen van de hellingbanen, wat leidde tot een constructie die niet bestand was tegen de levensduurbelasting. Bovendien was onduidelijk waar de verantwoordelijkheid voor controle lag, en bleek er tijdens het ontwerp en de bouw onvoldoende aandacht voor de constructieve veiligheid.

Volgens Erica Bakkum, raadslid in Nieuwegein, is het ontbreken van duidelijke eindverantwoordelijkheid opvallend; zij benadrukt dat tijdens de bouw onderdelen werden gerealiseerd die niet veilig genoeg waren, terwijl het niet helder was wie de leiding had over de veiligheid. De exploitant, eigenaar van ongeveer tweehonderd garages, liet alle overige parkeergarages controleren, die als veilig zijn beoordeeld. De maatschappelijke onrust die is ontstaan door het incident onderstreept volgens Bakkum het belang van veilig gebruik.

De Onderzoeksraad wijst erop dat dit probleem van verantwoordelijkheid en gebrekkige regie terugkeert bij meerdere instortingen, waaronder ook het AZ-stadiondak. Daarom pleit de raad voor een wettelijk kader waarin de taken en eindverantwoordelijkheden per bouwfase expliciet worden vastgelegd. Essentieel is het bijhouden van een actueel, volledig bouwdossier gedurende de hele levensduur van een gebouw, dat dient als instrument voor toezicht, onderhoud en calamiteitenonderzoek.

Hoewel de oproep aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gericht is op het verbeteren van veiligheidssystemen, benadrukt Bakkum dat er momenteel geen aanwijzingen zijn voor onveilige gebouwen in Nederland en dat het publiek mag vertrouwen op de veiligheid van de infrastructuur waarin zij zich bevindt.