Ons erfgoed vraagt om ouderwets vakmanschap, maar wie beheerst dat nog?
In dit artikel:
In Nederland slinkt de groep vakmensen die historische gebouwen en buitenplaatsen kan onderhouden: timmerlieden, glazeniers, smeden en hoveniers vergrijzen, terwijl de vraag naar restauratie toeneemt. Om die kloof te dichten investeert het Cultuurfonds in opleidingen en praktijklocaties. Een concreet voorbeeld is het praktijkcentrum Restauratie en Innovatie in de Bouw (RIBO) bij Hengelo (Overijssel), waar mbo-studenten leren werken met traditionele technieken zoals knip- en snijvoegen en het herstellen van historische materialen.
Twee achttienjarige leerlingen, Mart Voort en Liam Jansen, bouwen daar een tjasker — een eenvoudige vierwiekermolen — voor het Openluchtmuseum in Arnhem. Ze maakten een 3D-scan van een verrot exemplaar en reconstrueren de molen met veel handwerk en improvisatie: houten wieken met specifieke krommingen, een schoepenrad opgebouwd uit drie elkaar omstrengelende spiralen en honderden kleine latjes die handvastgezet worden. Hun opleiding (mbo-3 technicus hout en restauratie) combineert dit project met stages in nieuwbouw; de praktische, historische werkwijze spreekt hen aan.
Het Cultuurfonds breidt locaties als RIBO uit, geeft beurzen voor mbo-studenten en ondersteunt initiatieven zoals het Ambacht in Beeld Festival om jongeren warm te maken voor het vak. Directeur Cathelijne Broers waarschuwt dat er in 2030 duizenden vakmensen nodig zijn en dat zonder gerichte opleiding veel kennis verloren gaat. Koningin Máxima bezocht recent de werkplaats in Hengelo om de aandacht voor deze opleidingen te benadrukken.
Naast RIBO biedt het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) mbo-4-trajecten voor professionals die restauratiespecialist willen worden. Het NCE werkt landelijk en organiseert meerjarige, deeltijdopleidingen op locatie zodat vakmensen naast hun baan kunnen bijscholen. Toch blijft het aanbod versnipperd: veel vakverenigingen en individuele specialisten geven eigen cursussen, en het aantal opgeleide mensen (bijvoorbeeld 186 via NCE dit jaar) dekt de behoefte niet. Daardoor ontstaan capaciteitsproblemen: urgente restauraties moeten worden uitgesteld of slecht uitgevoerd.
Experts wijzen ook op een gebrek aan maatschappelijk aanzien voor erfgoedvakmanschap in Nederland vergeleken met landen als Frankrijk en het VK. Noodzaak is nu het bundelen van kennis, het opschalen van opleidingen en het herstellen van respect voor ambachten, zodat het rijke monumentale erfgoed behouden kan blijven voor de toekomst.