Enorme online zedenzaken komen aan het licht: 'Alsof we doos van Pandora openen'
In dit artikel:
In 2025 is online seksueel misbruik van minderjarigen in Nederland uitgegroeid tot een urgent en steeds groter probleem, waarbij het werkelijke aantal slachtoffers veel hoger lijkt dan de meldingen doen vermoeden. Een illustratief geval speelde zich af in Enkhuizen: op 24 maart 2024 klopte de politie aan bij de toen 26‑jarige vrijwilliger Winston A. en nam elektronische opslagmiddelen in beslag. Na het kraken van het wachtwoord bleken er mapjes te zijn met bijna vijfhonderd slachtoffers en meer dan een miljoen afbeeldingen. A. werd in december veroordeeld tot vijf jaar cel en tbs.
Politie,zedenonderzoekers en specialisten vertellen dat dit geen uitzonderlijke vondst is. Lidewijde van Lier, zedenspecialist bij de politie, vergelijkt het doorzoeken van datadragers met het openen van een doos van Pandora: één melding kan leiden tot het ontdekken van veel meer slachtoffers. De zedenpolitie signaleert een toename van zowel het aantal zaken als de ernst van het materiaal, waarbij sommige zaken ook sadistische kenmerken hebben. In sommige dossiers zijn de verdachten leeftijdsgenoten van hun slachtoffers.
De digitale methoden van daders maken hen extra gevaarlijk. Zij benaderen kinderen vaak als leeftijdsgenoot of vertrouwenspersoon en benutten telefoons en camera’s — apparatuur die ouders zelf aan hun kinderen geven — om toegang te krijgen. Onderzoekers zien dat verzoeken voor naaktfoto’s soms al na enkele seconden plaatsvinden; in andere gevallen duurt het meer dan een jaar van contact tot afpersing. Technologie vergroot het probleem: met AI- of “nudify”-apps kunnen gewone foto’s in ogenschijnlijke naaktbeelden worden omgezet, waarna dreiging met publicatie slachtoffers dwingt toch echte beelden te sturen.
Die dynamiek plaatst politie voor moeilijke keuzes: moet elk slachtoffer en diens ouders worden geïnformeerd? Het direct benaderen van gezinnen kan veel veroorzaken, maar niet-applicatie van kennis en hulp laat slachtoffers in de macht van daders. Ben van Mierlo, landelijk coördinator van het Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme, benadrukt dat daders uitermate bedreven zijn in het herkennen en uitbuiten van kwetsbaarheid.
Schaamte en taboes werken in het voordeel van de daders. Als kinderen denken dat ze nergens terechtkunnen of iets slechts hebben gedaan, rapporteren zij minder snel en blijven ze langer slachtoffer. Daarom pleiten deskundigen dat de aanpak niet alleen strafrechtelijk hoeft te zijn, maar begint met het bespreekbaar maken van online seks en afschaffen van een cultuur van schaamte rond dit thema.
Het onderwijs speelt een cruciale rol, maar stokt door uiteenlopende lesmethoden en de vrijheid van scholen om zelf invulling te geven aan relationele en seksuele vorming. Conny Rijken, nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, wijst in het recent verschenen monitorrapport (2020–2024) op de onduidelijkheid rond wat scholen concreet moeten doen, vooral bij online seksualiteit. Zij pleit ervoor dat scholen alleen bewezen effectieve methoden mogen gebruiken en dat er duidelijke kwaliteitseisen moeten komen.
Politie en zedenonderzoek verscherpen hun focus op online vormen van seksueel misbruik. Onderzoekers en opsporingsdiensten waarschuwen politici en maatschappij voor het gemak waarmee daders binnenkomen in voorheen veilige omgevingen. Het thema is emotioneel zwaar en moeilijk bespreekbaar, maar volgens betrokkenen valt het niet langer te negeren: blijven wegkijken helpt de slachtoffers niet.