Onderzoek naar Edes warmtebedrijf: 'Hout 'van dichtbij' blijkt uit Schotland te komen'
In dit artikel:
Het Edese Warmtebedrijf gebruikte hout uit Schotland om huizen in Ede te verwarmen, ondanks dat het bedrijf jarenlang heeft versterkt dat alleen lokaal en duurzaam gewonnen brandstof wordt ingezet. Omroep Gelderland ontdekte dat stammen uit het noorden van Schotland per schip naar Nederland werden gebracht, tot houtsnippers verwerkt en vervolgens naar een terrein in Eerbeek vervoerd — een locatie die destijds werd gehuurd door Energie voor Elkaar, de organisatie achter de biomassacentrale in Ede.
In de jaarlijkse duurzaamheidsrapportage stelt het Warmtebedrijf dat het gebruikte hout binnen ongeveer 150 kilometer rondom Ede is geoogst; de Schotse leveringen staan niet in dat document. Een medewerker lichtte toe dat het bedrijf bij inkopen vertrouwt op leveranciers en daarom niet altijd precies kan traceren waar bomen oorspronkelijk vandaan komen.
Bij navraag zei het Warmtebedrijf aanvankelijk niet op de hoogte te zijn geweest van de import, en dat de levering door een medewerker van een dochtermaatschappij zou zijn geregeld. Omroep Gelderland beschikt echter over documenten waaruit blijkt dat Valentijn Kleijnen, directeur van Energie voor Elkaar, persoonlijk toestemming gaf voor de aankoop; hij was niet bereikbaar voor commentaar.
Daarnaast claimt het Warmtebedrijf in het verslag dat alle grondstoffen geleverd worden onder het Better Biomass-certificaat. De Nederlandse tussenhandelaar die de Schotse lading naar Nederland haalde, Teredo uit Boxtel, blijkt dat certificaat niet te hebben. Zonder zo’n certificering is niet controleerbaar of het hout duurzaam is geoogst.
De zaak zet de betrouwbaarheid van de duurzaamheidsclaims van het Warmtebedrijf onder druk en raakt bredere vragen over biomassa: hoe betrouwbaar zijn leveranciersketens, welke rol spelen tussenhandelaren en certificaten, en hoe wegen transportemissies en herkomst mee in de beoordeling van ‘duurzaamheid’ van verwarmingsbrandstoffen?