Onderzoek naar demonstratierecht: „Instellen van bufferzone bij abortuskliniek niet toegestaan"
In dit artikel:
Het WODC concludeert in een donderdag gepubliceerd rapport, op verzoek van de Tweede Kamer, dat het inperken van het demonstratierecht in de meeste gevallen onnodig en weinig effectief is — en soms averechts kan werken. De onderzoekers voerden gesprekken met 42 betrokkenen (burgemeesters, politie, OM, advocaten en organisatoren) en bestudeerden ook specifiek acties bij abortusklinieken en demonstraties met opzet regels overtredende kenmerken, zoals blokkades.
Belangrijkste bevindingen:
- Ruime meerderheid vreedzaam: bij 97% van de protesten deden zich geen incidenten voor. De maatschappelijke en politieke aandacht concentreert zich te veel op incidenten, wat het beeld vertekent.
- Juridische beperkingen niet primair nodig: veel knelpunten rond demonstraties hebben bestuurlijke of operationele oorzaken (bijvoorbeeld te weinig politie-inzet, onvoldoende aanmeldingen of slechte bereikbaarheid van organisatoren), niet zozeer een gebrek aan wettelijke instrumenten.
- Abortuskliniekprotesten: dergelijke acties mogen niet per definitie als intimiderend of onwettig bestempeld worden. Demonstreren dat oproept tot schok of verontrusting valt in beginsel onder demonstratievrijheid zolang het vreedzaam blijft. Tegelijk verdienen bezoekers van klinieken extra bescherming; in sommige jurisprudentie overschrijdt het indringende aanspreken, achternalopen en het vasthoudend benaderen van bezoekers volgens rechters de grens van toelaatbaarheid.
- Bufferzones: burgemeesters gebruiken soms het wanordelijkhedencriterium om demonstraties te beperken, maar rechters treden terughoudend op als de motivering ontbreekt. Het rapport adviseert dat demonstraties in zicht- en geluidafstand van het doel moeten kunnen plaatsvinden — demonstreren aan de overkant van de straat is doorgaans toereikend. Permanente of ruime bufferzones op honderden meters zijn niet toegestaan zonder een expliciete wettelijke grondslag van de formele wetgever.
Aanbeveling in het rapport is dat autoriteiten eerst terughoudend moeten zijn met juridische beperkingen en vooral moeten inzetten op praktische oplossingen (politiecapaciteit, betere communicatie met organisatoren en gerichte bescherming van kwetsbare bezoekers) voordat vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast.