Onderzoek: gehandicapte kinderen vaker alleen op de speelplaats

In dit artikel:

Minstens een op de drie kinderen met een handicap bezoekt nooit een speelplek in de eigen buurt; van degenen die wél gaan speelt een kwart vaak alleen. Bij kinderen zonder handicap komt dat veel minder voor: ongeveer één op de tien ervaart vaak alleen spelen. Dit blijkt uit een jaarlijks onderzoek van Kien in opdracht van Stichting het Gehandicapte Kind, waaraan ruim 700 kinderen (6–18 jaar) deelnamen, waaronder 283 met een beperking.

De stichting wijst erop dat het isolement zichtbaar blijft ondanks het groeiende aantal 'samenspeeltuinen' — speelplekken met toegankelijke toestellen en overzichtelijke paden zodat ook kinderen met lichamelijke of visuele beperkingen kunnen meedoen. Op dit moment hebben 187 gemeenten ten minste één dergelijke plek; 155 gemeenten nog niet. De stichting wil dat volgend jaar minimaal 70% van de gemeenten een Samenspeelplek heeft en roept gemeenten op 50 extra aangepaste speelplaatsen te realiseren.

Kinderen met een beperking geven vaker aan zich buitengesloten of gepest te voelen. De 12‑jarige Kick vertelt dat gamen voor hem soms het gevoel van erbij horen geeft, maar dat hij het liefst buiten wil spelen — iets wat door ontoegankelijke grasvelden met zijn rolstoel lastig is: "Dat voelt soms best oneerlijk." Ter gelegenheid van de Week voor het Gehandicapte Kind biedt de stichting een pagina met tips voor ouders om ontmoetingen tussen kinderen met en zonder handicap te stimuleren.