Onderzoek: één op drie gehandicapte kinderen kan niet bij speeltuin in eigen buurt - overheid kijkt weg
In dit artikel:
Onderzoek van Stichting Het Gehandicapte Kind in samenwerking met bureau Kien toont dat gehandicapte kinderen in Nederland vaak buiten spel blijven: een op de drie bezoekt nooit een speelplek in de eigen buurt, en van degenen die wél gaan, speelt een kwart er vaak alleen. De studie bekeek ruim 700 kinderen tussen 6 en 18 jaar; van de 283 kinderen met een beperking geeft een groot deel aan zich regelmatig buitengesloten of gepest te voelen.
Praktisch: 155 Nederlandse gemeenten hebben nog geen enkele zogenaamde samenspeelplek — een speelplek ontworpen voor kinderen met én zonder beperking. Inmiddels hebben 187 gemeenten minimaal één inclusieve speeltuin, maar meer dan de helft van het land blijft zonder dergelijke voorzieningen. Stichting Het Gehandicapte Kind voert al jaren het Samenspeelprogramma om die kloof te dichten; het streefcijfer is dat volgend jaar 70% van de gemeenten een samenspeelplek heeft. Om dat doel te halen moeten naar schatting zo’n vijftig gemeenten in actie komen.
De oplossing is relatief betaalbaar en kleinschalig: verharde ondergronden, rolstoeltoegankelijke wippen en aangepaste glijbanen volstaan vaak. Kosten per locatie lopen meestal in de tienduizenden euro’s — weinig vergeleken met uitgaven aan grote klimaat- of prestigeprojecten. Volgens directeur Rebecca Gerritse draagt samen spelen bij aan wederzijds begrip en ontwikkeling van alle kinderen; toch krijgt praktische inclusie in veel gemeentelijke beleidsvoering te weinig prioriteit.
Het verhaal van de twaalfjarige Kick illustreert de impact: “Ik wil ook buiten kunnen spelen, net als mijn broer. Maar de speelplek bij ons om de hoek is in het gras, en daar kan ik met mijn rolstoel niet op. Dat voelt best oneerlijk.” Zulke voorbeelden laten zien dat het probleem minder technisch dan politiek is: het ontbreekt vaak aan wil om eenvoudige drempels weg te nemen.
De oproep is helder: stop met louter symboliek en beleidsnota’s en investeer in tastbare ontmoetingsplekken waar kinderen elkaar ontmoeten zonder onderscheid. Kleine aanpassingen kunnen grote winst opleveren voor sociale inclusie en het recht van elk kind om gewoon kind te kunnen zijn.