Onderzoek België: kannibalen in oertijd aten vrouwen en kinderen van elders
In dit artikel:
In de grot van Goyet bij Namen (België) zijn DNA- en chemische analyses van menselijke resten onthuld die wijzen op gericht kannibalisme zo’n 45.000–41.000 jaar geleden. Onderzoek door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen laat zien dat de slachtoffers vier vrouwen (elk met een andere moeder) en twee jongens waren; een van de kinderen was pasgeboren, de ander tussen ongeveer 6,5 en 12,5 jaar oud.
De vrouwen waren relatief klein (ongeveer 1,50 m) en slanker dan neanderthalers van andere vindplaatsen, wat de onderzoekers interpreteren als aanwijzing dat specifieke individuen werden uitgekozen. Analyse van botten en tanden geeft aan dat de slachtoffers niet uit de directe omgeving van Goyet kwamen maar van elders moesten zijn aangevoerd.
De vondst past in een periode waarin neanderthalers onder druk stonden door de opkomst van homo sapiens, en de onderzoekers noemen als mogelijke verklaring conflicten tussen groepen. Er is geen zekerheid over de daders: hoewel men homo sapiens niet kan uitsluiten, wijst het gebruik van botten om stenen werktuigen te slijpen — een praktijk die vooral bij neanderthalers bekend is — sterker in de richting van rivaliserende neanderthalers. Het precieze herkomstgebied van de slachtoffers blijft onbekend.